Dinsdagochtend met Noam verder naar het noorden gereisd. Met een tuktuk (is hier brommer, met tweepersoonsbakje ernaast) naar de kade, daar overstappen op een
sakai-laep(open wagen waarin tegenover elkaar twee bankjes zijn gemaakt met dakje erboven) van een oud vroutje koop ik een bananenblad waarin een kleverige groene rijstkoek met suiker zit. Best binnen te houden. Dan met sakai-laep de boot op (= vlonder waar auto's op kunnen die door soort sleepbootje wordt getrokken) en naar de overkant. Na nog anderhalf uur rijden komen we aan in Pakse, een wat grotere plaats, hoofdstad van de provincie Champasak. Niet echt heel gezellig hier, brede straten met betonnen platen bestraat en betonnen huizen erlangs. We ontmoeten 's middags drie spanjaarden met wie we een trek voor de volgende dag boeken.
Gisteren (woensdag) dus vroeg op. Om acht uur verzamelen
bij Green Discovery waar Laa en Tam, onze gidsen en een chauffeur, ons al opwachten. Twee chinezen sluiten ook aan. We stoppen om wat fruit te kopen en beginnen de dag met het bezoeken van een theeplantage. Niet echt heel boeiend, het is het seizoen niet. Het komt er naar mijn interpretatie eigenlijk op neer dat hier eerst jungle was met oerbossen en dieren (o.a. tijgers) en dat de Fransen ergens in de vorige eeuw bedacht hebben
dat hier thee zou kunnen groeien. De jungle is gekapt en na de Fransen hebben vietnamezen de plantages overgenomen. Ik vraag me af of de Lao hier beter van worden. Vervolgens naar een koffieplantage (drie soorten koffie) en dan zelf de jungle in. Het wordt een heftige wandeling voor mij (niet al te sportief, zeg maar) en voor de anderen dus af en toe wachten.
We dalen steil steil en mijn birkies verliezen grip waardoor ik regelmatig onderuit glij. Gelukkig ben ik niet de enige. De omgeving is prachtig. we lopen langs, onder en over gigantische watervallen (Tat Fan en Tat Lo). Het water dondert van 60 meter naar beneden, een lawaai!. Lokale vogels zien we niet maar horen we wel net als de krekels en de kikkers. om ons heen vliegen reusachtige libellen en de mooiste vlinders. Bloedzuigers zijn er ook veel. gelukkig voor mij vinden ze de anderen lekkerder smaken, iedereen heeft er wel een paar op benen of armen behalve ik. Hoogtepunt en persoonlijke overwinning is het oversteken van de rivier, vlak boven de waterval. De rivier is hier weliswaar niet heel diep maar de stenen vlak onder het wateroppervlak zijn spekglad en het water stroomt hard (en is koud). Schoenen uit
loop ik voetje voor voetje een weg zoekend naar de volgende steen. Het lijkt een eeuwigheid te duren, eindelijk ben ik aan de overkant, trots op mijzelf. Na deze fysieke inspanningen een welverdiende lunch en laokoffie toe. 's Middag bezoeken we een traditioneel boerendorpje waar de vrouwen met behulp van grote kokers tabak roken en op een plant kauwen die de lippen rood en de tanden zwart maken. Vrouwen dragen babies op de rug en mannen roken dunne pijpen. De kinderen lopen achter ons aan,
we zijn de bezienswaardigheid van de dag. Een aantal jongeren spelen kattaw, een soort volleybal waarbij de bal met de voet wordt geraakt in plaats van met de hand. Aan de dorpsoudste geef ik de uit hotels meegenomen tandenborstels en een aantal ballonnen om verder te verspreiden. We rijden verder langs dorpjes naar nog een andere waterval. De Spanjaarden blijven in dit dorpje en wij gaan terug naar Pakse waar ik afscheid neem van Noam en op de nachtbus stap naar Vientiane.
Liefs, Esther
2 opmerkingen:
he essssss,
hier doe je het toch allemaal voor!!! echt geniet en ik blijf je berichtjes volgen hier achter mijn bureautje...
x eef
He Es,
klinkt geweldig, Je omschrijft het erg goed. Heb je het naar je zin?
Hier is het lekker herfst weer. Vrijdagmiddag, ga even biertje drinken met Tj. op het terras.
Kus
Os
Een reactie posten