Ben net uit de 'car tha see' gestapt, ook wel than bein genoemd. Een busje met een open achterkant waar aan weerszijden metalen of houten bankjes gemonteerd zijn. Dat is het standaard ov hier. Je gaat langs een kant ban de weg staan en steekt je hand op als er een voorbij komt. Veel goedkoper dan een scootertaxi. Iedere rit kost 200 (achterin) of 300 (voorin) Kyat. Dus zeg maar 10-15 eurocent. Terwijl een scootertaxi hier 1000-1500 kost. Ik koos de plaats naast de chauffeur, heel toevallig dezelfde als met wie ik eerder op de dag de andere kant op reisde. "You rembember me?" vraagt hij zichtbaar blij verrast. Yes.
Het is heet in Bago, een drukke stad met veel archeologische boeddhistische bezienswaardigheden. Het is snikheet, zweet overal. Ik heb ook best veel rondgelopen in de zon en onder de parasol van Mya Pyae Soe San die ik na de bezichtiging van het paleis tegen kwam. Ze vroeg of ze deze ochtend mijn gids mocht zijn omdat ze graag gids wil worden en haar Engels wil verbeteren. Prima, tuurlijk mag dat!
Maar even terug naar het begin. Vannacht zat ik dus in de bus van Ye naar Bago die eigenlijk niet naar Bago gaat maar wel ongeveer 20 km verderop op de highway speciaal voor mij ging stoppen. De bus waar ik in zat is echt superdeluxe. Ik heb een heuse slaapstoel die heel ver achteruit kan en met een extra lang voetenstuk dat omhoog kan. Er ligt een fleecedeken voor me klaar, een fles water, een mierzoet cakeje en een flesje energiedrank. Een eigen tvscherm met keuzemenu is er ook als in een vliegtuig. En als klap op de vuurpijl: er is geen Burmese muzak onderweg. Nou ja zeg, het lijkt Thailand wel! Van de onbezette stoel naast mij pak ik ook het dekentje af want de airco staat weer op standje vriezen.
Vanaf 04:00 ben ik alert en klaarwakker. Ik hou op mijn telefoon onze gps lokatie in de gaten. Rond 04:30 komt een van de crewleden keurig naar achteren lopen om me te halen. Alles loopt gesmeerd en buiten staan er al taxiboys te wachten. "Tourist, tourist", hoor ik ze al blij tegen elkaar zeggen. Dat levert wellicht meer op? Ik leg uit dat ik naar hotel Amara Gold wil. "You gps?" Vragen ze zodat ik de locatie van het hotel kan aanwijzen. Tuurlijk. Ik voel in mijn zakken. "Oh no!" Foon ligt nog in de bus en die start net de moter en rijdt weg. De jongens rennen er nog achteraan maar de chauffeur heeft het niet in de gaten. Een van de boys bedenkt zich geen moment, springt op zijn motorbike en scheurt achter de bus aan. Het wordt een spannende achtervolging en voor mij een aantal spannende minuten. Ik denk aan mijn blog, aan alle contacten en foto's die er op staan. Aan mijn afhankelijkheid van het apparaat ook omdat er nergens meer internetcafé's zijn. En dat ik misschien wel naar Yangon moet afreizen om foon terug te krijgen... Maar dan ineens keert onze held van vandaag met een smile op gezicht terug. Met telefoon. "Tje zu ba, tje zu ba, tje zu ba", stamel ik alsof het een mantra is.
Vette beloning voor deze boy. Even later zet taxibusje me af bij Amara Gold waar we eerst moeten roepen en bellen omdat de receptionist in slaap is gevallen. Dat ga ik ook maar eens doen als ik om 05:30 mijn kamer binnen stap.
Na bijslapen en basisontbijt met slappe dunne noedels en rijst met bonen ga ik met ov de stad in. Mijn eerste stop is het opnieuw opgebouwde paleis. Veel goud dat er blinkt maar dan nep gok ik. Dit paleis is een replica van het paleis van een oude koning uit de middeleeuwen die erg geliefd was bij het volk als ik de Engelstalige teksten op de borden mag geloven. Binnen liggen de teakhouten fundamenten die ze in de jaren 70 hebben gevonden hier en waarop de reconstructie is gebaseerd. De koning had ook een zwemvijver met vissen, net als ik wel in mijn tuin zou willen. En verder een gigantische tuin en een gouden bijgebouw waarvan ik de functie niet weet te achterhalen. Toeristenbussen mer vooral Thai rijden af en aan.
Ik loop verder op zoek naar de pagoda verderop. En dan kom ik in een achteraf straatje ineens dus Mya tegen. Een lief tenger meisje van 23 die mij langs haar huis ziet lopen en haar kans grijpt. "Where you go?". Ze nodigt me uit in haar huis waarvoor ik eerst langs grommende honden de trap op moet. Ze heeft er vier. Voor bewakinging en voor het vangen en opeten van de ratten en de restjes. Mya begeleidt me door straatjes en zandpaadjes naar de pagoda verderop waar een dame mij een bosje roze rozen verkoopt die ik dan weer kan offeren bij de Boeddha verderop.
Na de pagoda lopen we verder naar een nabijgelegen klooster dat op mijn plattegrond is aangeduid als 'Snake Monastry'. Als we er zijn begrijp ik waarom. In een speciaal ingerichte kamer met zwembadje licht op een betegelde verhoging een enorme lange dikke python. Met zijn vetzorger er naast. Het is een heilige slang die hier meer dan 100 jaar geleden naartoe is gebracht door een monnik die er een droom over had. Als ik de verhalen mag geloven. Gekke burmesen. De python is al 130 jaar oud en het is een van de grootste levende slangen ter wereld. Aan de muren hangen vergeelde foto's van verschillende oude monnikken die de slang om de nek hebben hangen. De slang krijgt 2 keer per maand te eten. Verse rauwe kip. Er zijn veel bezoekers die allemaal tot de slang bidden en geld op de geribbelde huid leggen. De slang schijnt heel gelukkig te zijn.
Er is iets met de opslagkaart van mijn camera. Hier moet foto komen van de slang maar alles foto's zijn verdwenen... wordt aan gewerkt.
Naar de volgende bezienswaardigheid gaan we met motorbike. Mya regelt een vriendin en haar tante. De pagoda die we bezoeken lijkt wel een kopie van de Shwedagon in Yangon maar dan met wat minder poespas er omheen. Een ronde gouden belvormige toren met verschillende lagen en boeddha's er omheen. De mensen in Bago zijn vooral heel trots dat hun pagoda hoger is. Mya is net als ik geboren op een donderdag en dus een muis. We staan even stil bij de bijbehorende Boeddha. In een hoek achter de pagoda worden mijn ogen getrokken naar een hokje met daar boven de tekst "I can say to your fortune". Astrologie is voor de Burmeze boeddhisten zeg maar echt hun ding. Nieuwsgierig loop ik dichterbij. Een oudere man met bril wacht er geduldig op klanten en ik denk "what the heck, ik ben hier nu". "You not afraid?" vraagt Mya terwijl ze me met grote ogen aankijkt. Nee hoor. De man vraagt mijn naam en mijn geboortenaam. Ik zeg " november 27th 1975, I am a mouse". De man pakt er een boekje bij en zijn rekenmachine en schrijft op een papier alkemaal teksten en getallen in het Burmees. Dan moet ik mijn handen laten zien, beide kanten. Hij lijkt erg tevreden over mijn duimen. "Ah, very strong". Ik versta hem niet goed en hij zegt nogal veel. Vooral "ah you suck seks in business" versta ik. Pardon? Oh, succes bedoelt hij, natuurlijk. Haha ha. Verder versta ik dat mijn mind very strong is en that ik too much think think. Zijn advies is dat ik daarom ga mediteren met een boeddha voor me (die heb ik al) en ern kralenketting in mijn handen (heb ik nog niet) terwijl ik "aragan, aragan, aragan" zeg. En dat 100 keer de ketting rond = 10.000 × aragan. Ok, tje zu ba. Op de terugweg kies ik bij de uitgang een houte ketting met grote bruine kralen. Nu oefenen maar dus.
's Middags siësta en dan naar de markt. Volle aandacht want weinig blanken hier in het straatbeeld. Ik koop wat glitterversiering voor kerst alvast en ga daarna nog even naar de 'shoppingmall' in de hoge toren verderop met roltrappen en zelfs een KFC filiaal. Bovenin een elektronicazaakje en daaronder kledingzaakjes met allemaal kleding in maatje S. Vraag me af waar de wat stevigere Myanmarse dames hun inkopen doen. Onderin een grote supermarkt waar ze Europese wijnen verkopen en complete uitzetten voor monniken en zelfs Pringles. Terug met scooter want de chauffeur van de than bein snapt niet waar ik naar toe wil.
Meer foto's volgen hopelijk maar ik kan ze op memorykaart niet meer vinden...