zaterdag 22 november 2008

Taman Negara

14 november, Palau Pangkor
Ik zit op de veranda van ons gezellige teakhouten hutje op het eiland Pangkor in Maleisie. Een azuurblauwe zee, zoals het hoort op vakantie, en een zacht wit strand op kruipafstand. Een baaitje met links en rechts voor de kust kleine eilandjes waar je met een kano naar toe kunt peddelen en bij laag water door het water heen kunt waden. En dan daar snorkelen. We hebben een paar avontuurlijke dagen en nachten gehad in de jungle van de Taman Negara. Dinsdag vroeg op pad. Een trekking door een ontwakend oerbos waar je apen en vogels hoort kletsen met elkaar terwijl de heerlijkste bosluchten als wasverzachters via je neus je lijf binnendringen. De zuiverste hoogwaardige zuurstaof wordt hier gefabriceerd. Klimmen en afdalen en na een poosje komen we bij de kanalope (boomtoppen) bruggen. We lopen metershoog over houten wiebelbruggen, spannend, over en tussen de kruinen van het oerwoud. De bomen lijken hier mega kamerplanten waarvan de lichtgroene jonge toppen openspruiten waar je bij staat. Adelaars vliegen boven ons hoofd. In de verte zie je tussen de bladeren door op afstand een beekje kabbelen. Lekker briesje hier. Na de lunch maken we ons gereed voor het jungleavontuur " Esther en Brechtje In Het Grote Bos". We gaan slapen in een uitkijkhut in het midden van de Taman Negara waar we eerst nog moeten zien te komen, hahaha. Met een klein bootje worden we een stukje op weg geholpen. We beginnen aan een trekking over smalle bospaadjes, klimmend klauterend bijna struikelend soms, best zwaar soms door riviertjes wadend en doen er een uur langer over dan de gemiddelde jungleganger. We zien weinig fauna maar ontmoeten wel een aantal bloedzuigers (ik twee, Brechtje negentien) die met ons meereizen. Tegen schemering bereiken we de hide op hoge palen gebouwd op een open plek in het oerwoud. We zijn helaas niet de enigen die hier vannacht slapen. Ook een Deens stel met hun gids (die zij echt wel nodig hebben in tegenstelling tot wij, die-hard survivors) die koffie voor iedereen zet. We leggen onze matjes op de houten stapelbedden en na afspoelen in de aftandse plee/douchecabine voor het wijde open raam aan de achterkant van de hut waarvan je uitkijkt op een drinkplaats. We hopen dat er wilde dieren komen drinken en schijnen om de vijf minuten met onze megalamp die Mat Leon ons meegaf. Helaas voor ons begint het al vrij snel te regenen, steeds harder en behalve een paar vuurvliegjes buiten (ook mooi) en een rat binnen (minder) zien we weinig dieren rond de hide. We horen alleen het kletteren van bui na bui na bui op het golfplaten dak. De bedden dus we dus vroeg opzoeken zijn keihard dus het wordt een echt survivalnachtje. 's Ochtends komt een eekhoorn een appel en wat nootjes jatten dus toch nog een fotomomentje. We zwoegen terug naar de rivier, voeten zeer door blaren, door een slibberig modderbadpad naar onze watertaxi. Bijkomen in onze kamer, kleren uitspoelen die nauwelijks drogen in dit vochtige regenwoudklimaat. Lekker schimmelig begint het te ruiken al. Hmmm. We mogen onze natte zooi ophangen op de Mat Leon Familiewaslijn waar meer zon is. 's Middags een gave boottocht over de rivier richting cascade. waarvan we niet weten wat het is, alleen dat je er kunt zwemmen. Het blijkt een verzameling vierkante rotsblokken waar je overheen kunt klimmen en naar watervallen kunt kijken. En zwemmen, maar wel met heel veel stroming. We negeren de waarschuwingsborden en nemen een duik. Brechtje laat zich een endje meesleuren door de stroming en klapt bijna tegen een rots aan wat een local weet te voorkomen door haar voet vast te houden. Hhmm. Ik blijf liever aan de veilige kant badderen. Op de terugweg vragen we onze bootsman of 'ie een stukje wil peddelen, motor af. In de stilte is de jungle nog magischer. We zien geweldige schommels in de lianen en de bomen zijn gigantisch en groeien vanaf beide oevers in het midden naar elkaar toe. Bovenin een hoge boom zit een grote hornbill naar ons te kijken. In de verte horen we gekrijs en als we dichtebij komen blijkt een groepje apen ons al in de smiezen te hebben. Voorzichtig meren we aan. De apen klimmen in de bomen en staren vanachter de bladeren naar ons. Lastig foto's nemen zo, jongens. Het is een groepje van drie, gaaf. Het begint te regenen, eerst zachtjes en dan keihard. We komen doorweekt aan bij Mat Leon. De volgende dag een relaxdagje. Brechtje houdt een fotosessie met de familie (leuk voor later) en we gaan naar de locale markt waar wapam balik eten. Knapperige dubbelgevouwen pannenkoek met gehakte pinda, suiker en mais. Op 13 november vertrekken we naar Pulau Pangkor.

Liefs Esther

maandag 17 november 2008

KL

6 november, Kuala Lumpur
Een vader staat met twee kindjes te zingen op straat. Een oude gitaar, twee tamboerijntjes. Heel vals, evergreens. Wij eten op straat aan gele plastic tafeltjes met rode krukjes en oranje melamine bordjes. De rijst wordt geserveerd in een krant met bananeblad. Voor Brechtje en mij groenteprut en voor Pieter stokjes sate met kip en bief. We zijn in wereldstad Kuala Lumpur (KL voor insiders). Na aankomst op het vliegveld nog uurtje gewacht om ons met Brechtje te herenigen. Heerlijk om haar weer te zien. Gelukkig klikt het ook prima tussen Brechtje en Pieter (hoewel ze verschillen als dag en nacht: Pieter, stoere ruige zeeman, grote woorden, klein hartje. Brechtje, afgestudeerd orthopedagoog, alto yup, upper ABN). Leuke guesthouse met schommelbank op binnenplaatsje, middenin China-town. Je moet door een steegje door de keuken van een straatrestaurantje en langs een straatkapper lopen om bij de ingang te komen. De hele dag zitten twee oude mannetjes met hun krant aan het voorste tafeltje thee te drinken. KL is verder een moderne westerse stad. Starbucks, McDonalds, KFC zitten om de hoek van onze straat. Als je de Chinese wijk uitloopt kom je in enorme shoppingmalls terecht. In BB-plaza (Brechtje Bon's favoriet) kun je op alle vijf verdiepingen electronica scoren. Verderop een kooptoren met allerlei dure merkkleding en parfum( Chanel, Calvin Klein, Louis Vutton).
7 November, Kuala Lumpur
De islamitische tempel die we willen bezoeken (keurig onze hoofden, schouders en knieen bedekt) blijkt op vrijdag alleen voor mannen toegankelijk (nou ja, zeg! wanneer is het vrouwendag?). Ik ga de discussie deze keer niet aan. Op naar de Lake Gardens. Er is daar een vogelpark waar we heen willen en Pieter trakteert op de taxi. Dit is gaaf zeg! Een prachtig groots opgezet park met de mooiste tropische vogels die op een enkeling na vrij rond kunnen vladderen. Sybrandy's vogeltjespark waar wij vroeger wel eens heen gingen met de familiedag en kinderfeestjes (weten jullie nog? het regende bijna altijd dan), verbleekt hierbij. Papegaaien komen op je hand zitten, ik voer struisvogels die mijn hand er bijna af bijten, en de uilen zitten in de olmen. Vooral de zwartwitte hornbills met hun dikke oranje snavels zijn heel bijzonder. Na de zware inspanning van hier rondslenteren in de hete zon verdienen we een ultieme relaxer. KL staat bekend om zijn spa's en we kiezen Old India uit het aanbod. Dit wordt voor mij de eerste keer dat ik me laat kneden, ben een beetje een schijtert wat dat betreft, al dat gedoe aan je lijf door zo'n onbekende die er ook nog geld voor vraagt, maar met zijn drieen durf ik het wel aan. We lopen de toch nog sjieke salon binnen (teakhouten relaxstoelen, zachte dikke witte handdoeken, aromaluchtje, lieflachende receptioniste) en ik kies voor een voetmassage van drie kwartier met aansluitend een kwartier traditionele massage van rug, nek en armen. De voetmassage na het kruidenbadje is super. Een handige maleisier (jaar of 25) weet goed wat hij doet. Hij knijpt, keed, duwt en wrijft. Ondertussen een televisiesoap kijkend en pratend met zijn buurman die Brechtje bewerkt. Bij het laatste deel van de massage gaat her er ruiger aan toe, helaas. Hij hangt en trekt flink aan mijn armen en rug en ik voel me gemangeld als 'ie klaar is. Met Brechtje nog even afsteamen in de stoomsauna boven. Lekker! Als afsluiting van Het Grote Relaxen gaan we die avond eten in toprestaurant Frangipani. Totaal underdressed worden we toch toegelaten in de sjieke ambiance van het restaurant met druivende kaarsenvijver, leren banken en strakke obers. Het is moeilijk kiezen uit de kaart met de meest fantastische gerechten bereid door een Brusselse topkok en zijn negentallige keukenploeg. Mijn menu: voor- tea smoked salmon met geglaceerde aardappelschijfjes, creme fraiche en kaviaar, hoofd- knapperige eendenpoot met mosterd op een aardappelrozet, en als uitblinker na- donkere valkona chocolade ganache met creme chantilly, gesuikerde hazelnoot, geroosterde amandel en franse meringue. We nemen bij elk gerecht een bijpassende wijn en vooral de Chianti bij het hoofdgerecht (met vleug rood fruit en chocolade) is onweerstaanbaar. Ook fijnprovers Pieter en Brechtje gaan uit hun dak (Pieter drinkt zelfs wijn met ons mee en bestelt als nagerecht het kaasbord, een plaatje). De sfeer in het restaurant is super, proffessioneel en toch knus, niet geforceerd. Na het hoofd komt de kok buurten en we mogen van hem een kijkje in de keuken nemen. Brechtje en ik gaan uit ons dak! Superavond.
We plannen om de volgende dag naar de Taman Negara te gaan maar verslapen ons voor de bus. We zwaaien Pieter uit die naar een vriend in Borneo doorreist en slenteren nog wat door shoppingmalls en belanden uiteindelijk via de "twin-towers" van KL in het citypark. Terwijl de fonteinen hun waterspel afspelen picknicken wij tijdens sunset met ramboetan en sushi.



Op zondag gaan we wel echt naar de jungle afreizen. Met een fijne toeristenbus verlaten we KL eindelijk en komen een paar uur later aan bij de pier in Kuala Tembeling. We stappen over op een smal bootje waarin iedereen op kussens achter elkaar zit. We varen het oerbos van de Taman Negara in over een brede rivier tussen de hoge bomen, wel duizend kleuren groen. In Kuala Tahan lopen we wat verder weg van het dorp en aan de rand van het jungle vinden we na een klimpartij een geweldige logeerplek bij Mat Leon. Een kleine houten bungalow vlakbij de rivier waar insecten het geluid van een boomzaagmachine nabootsen en vogels "ie-oe ie-oe" roepen. Een familie met een paar schattige kleine kindjes runt deze plek met een gezellig restaurantje. We zijn de enige gasten in dit laagseizoen en krijgen dus alle aandacht (vooral van de kinderen). Met een bootje wordt onze bagage opghehaald. We eten heerlijk 's avonds, ik een superknapperig zeevisje met gember. Lekkere shakes ook weer, hmm. We leggen onze junglewensen voor de komende dagen op tafel en maken met Mat Leon een mooi programma.
Liefs,
Esther

zaterdag 15 november 2008

Hier aan de kust

6 november, Krabi vliegveld
Ik vlieg straks met Pieter naar Kuala Lumpur, Maleisie. We hebben een geweldige week gehad in Thailand. Zo anders dan de rest van mijn reis hiervoor. Anders omdat Thailand, en zeker het zuiden, zo anders is dan Cambodja, Laos en Burma. Hier is het veel meer vakantiegebied. Mooie stranden, luxe resorts, beter georganiseerd vervoer. Meer toeristisch ook hoewel het seizoen nog op gang moet komen. En ook anders omdat ik niet meer alleen ben. Beslissingen maken we samen. Waar we gaan eten, slapen, wat we gaan doen en hoe laat. Ik ben niet meer gewend aan al dat overleg. We kunnen Hielpers praten en lachen om wat er om ons heen gebeurt en wat we meemaken. Samen is niet alleen. Ik zie mijn broer niet zo vaak omdat hij veel in het buitenland werkt en in Friesland woont dus het is fijn om nu een tijdje samen op te trekken. Voelt een beetje als vroeger toen we in de weekenden en vakanties met onze ouders gingen varen. We gingen dan op de eilanden en in de plaatsjes waar we aanmeerden ook altijd samen op ontdekkingstocht. "Wie het eerst een snoepwinkel ziet", was toen de uitdaging.
We hebben zondag heerlijk gevaren in de omgeving van Ko Libong naar een aantal prachtige snorkelplekken. Priveboot, stuurman en gids mee. Door een smalle doorgang onder de bergen door zwemmen we in het donker richting het licht. We komen bij een sprookjesachtige lagune middenin de berg. Een klein strandje, een groen mini oerwoud en tropisch azuurblauw water. Magisch. Verderop snorkelen tussen honderden kleurrijke vissen langs koraalriffen en stekelegels. We zien er belachelijk uit met onze snorkels dus die vissen zullen ook wel denken. Ondanks insmeren en nog eens insmeren komen we met verbrande benen terug. Dat wordt aftersunnen dus. Ik maak bij sunset nog een wandeling langs de vissersbootjes op het strand. De vissers keren terug naar het strand. Terwijl ik plaatjes schiet raak ik in gesprek met een visserman. "Where you from?", is de vaste openingszin. "From heaven", zeg ik "I'am an angel". Hij kan er wel om lachen en vraagt of ik zin heb in cocosmelk. Ik loop mee over het strand richting een dorpje waar zijn huis is. De Thai hier lachen me vriendelijk toe. Zijn vrouw is netten aan het schoonmaken en kinderen spelen op het erf. Zijn zoontje van twee is jaloers op mij met mijn cocosnoot en krijgt er ook een. De visser spreekt een beetje Engels en ik school hem ietsje bij.
Op maandag verlaten we Libong na weer een prachtige bootrit. Verder een busdag via Trang naar Krabi en van Krabi naar de kustplaats Phang Ngai. Phang Ngai zelf is een grote drukke weg met veel verkeer een paar zijstraten en wat winkeltjes. We logeren in een fijn guesthouse met lieve mensen en gratis draadloos internet. Heel handig want Pieter heeft zijn laptop mee dus we kunnen skypen in onze kamer en naar de Amerikaanse verkiezingen kijken. De omgeving van Phan Ngai is heel mooi. Een kust van leistenen bergen en jungle die overloopt in mangroves met in zee honderden eilandjes. Op dinsdag gaan we met een tour de kust en wat eilanden bekijken. Met een sangthaew worden we bij het guesthouse opgehaald en twee Finnen gaan ook mee. Na half uurtje rijden komen we in een klein straatje met houten huisjes waar een kleine pier is. Hier ligt onze boot van Mister Kean travelagency. Onze schipper is een wat oudere nukkige mollige Thai die geen Engels spreekt. De in de flyer aangekondigde gids ontbreekt aan boord maar het mag onze pret niet drukken. We hebben met zijn vieren de grootste lol. We beginnen de route in de mangroves. De zon schijnt en er staat een lekker briesje Echt genieten dus. Mangroves zijn mangroves en hoewel ik er inmiddels al een aantal heb gezien blijft het toch boeien al die bomen in het water. Over een kronkelende rivier zigzaggen we er doorheen. Op de achtergrond het grijs-oranje van de bergen. Grillige vormen, telkens een ander uitzicht. Op zee varen we langs de kleine eilandjes. We meren aan bij een grote ovaal vormige rots die balanceert op een smalle onderkant. De rots is vooral bekend geworden door de James Bond film die hier hier is opgenomen (The Man With The Golden Gun voor kenners). Rodger Moore heeft hier dus een aantal jaar geleden rondgezwommen wat het nu een toeristische trekpleister maakt, compleet met souvenirstalletjes waar je naast schelpenkettinkjes, sarongs, beschermde schelpen en stukken koraal ook foute t-shirts met Bond bedrukking kunt kopen.
We varen verder en lunchen bij een strandje waar we ook een grot bekijken, varen naar een zonniger plekje, lunchen (flide lice) en slapen en zwemmen wat in de zon en het heerlijke water. Fijn! Volgende stop is een moslimdorpje met palenwoningen in zee, gebouwd tegen een rots aan. De mensen leven van de visserij en, in het seizoen, van het toerisme. Naastv de huisjes zijn megarestaurants gebouwd voor de grotere scheepsladingen dagjesmensen die hier komen lunchen en sjoppen. We proberen door deze "toeristenval" heen te kijken en zien oude gerimpelde mannetjes die viskooien maken, kindjes die leren lopen, katten die op vis en muizen jagen en twee mannen die een motor van een schip weer aan de praat proberen te krijgen. Toch bevalt de sfeer ons hier niet echt. Overal toeristische souvenirtroepstalletjes. Mensen die met babyaapjes lopen waarmee je tegen betaling op de foto kunt, dit is niet onze stijl. Eigenlijk zouden we hier de nacht doorbrengen maar we verwachten dat het na zonsondergang uitgestorven is hier. Als blijkt dat op het hele eiland ook nog eens geen bier te krijgen is besluiten we terug te vluchten naar de vaste wal.
Terug in Phang Ngai huren we een scooter zodat we de mooie omgeving hier kunnen bekijken. We drinken die avond iets in een gezellig karaoke barretje waar een oudere dronken man helemaal opgaat in zijn act en losgaat na mijn applaus.
Laatste Thailanddag scooteren we naar een rubberplantage. Net als in Cambodja en Laos worden ook hier oeroude bossen platgefikt voor het blijkbaar lucratieve witte sap. Grote lappen geperst rubber hangen te drogen op een waslijn van een plantage waar we binnenlopen. Niemand aanwezig verder. We touren door een natuurpark met jungle en waterval. Er is een mooi wandel- en klauterpad aangelegd. "Esther en Pieter op ontdekkingsreis in het grote bos". Net als vroeger als we op zondag met Jan en Marijke naar Gaasterland gingen om te wandelen. Maar toch anders. Andere geuren, klauteren over houten balken en stenen om riviertjes over te steken. Grotere vlinders en salamanders en grotten. En geen kabouters hier.
liefs, Esther

Relaxen

2 november, Ko Libong
Vandaag is Femke jarig. Wij gaan snorkelen. We hebben een fijne bungalow op hoge palen op een groenstrook aan het strand van het eiland Ko Libong, voor de kust van Trang. Glazen schuifdeuren en een mooi ver uitzicht op de baai. Vrijdag met minibusje van Krabi naar deze Thaise provincie gereisd. Overstappen op ander busje naar de kust. Hat Yao. Het is super met zijn tweeen te reizen. In Trang spelen we met de locals een potje dammen. We spelen met bierdoppen op een stenen tafel met ruitjespatroon. De spelregels van aziatisch dammen zijn anders en waarschijnlijk is dat de reden dat ik twee keer verlies :) Proppen in de bus. Op de kleien opening tussen twee stoelen wordt een houten plankje gelegd als extra zitplaats. Na nog twee uur zweten komen we aan bij de pier van Hat Yao tussen hoge woeste rotsbergen van leisteen. Groen bekleed met naald- en andere bomen en daarachter en tussen de opening naar de zee. Aan de overkant van de pier de mangroves. We lopen naar het Nature Resort en krijgen een schattig hutje toebedeeld. Met tv en dvd! De enthousiaste medewerkers vertellen over de omgeving en wat er allemaal te doen is. We kiezen voor een kanotocht voor de volgende dag en zoeken voor de avond alvast twee films uit. We lopen nog even langs vissersbootjes die naast het guesthouse op het strand liggen. De bevolking is vooral moslim hier. Vrouwen dragen, boven voetbalshirts en trainingsbroeken, keurige hoofddoekjes. Het is donker inmiddelsen de visse4rs zijn niet echt spraakzaam dus we kleren terug, eten wat en gaan een filmpje kijken terwijl de krabben zich verschuilen in hun gevonden schelpen en onder onze veranda door richting zee lopen.
Eergisteren vroeg op en na ontbijt de kano in. Het is al aardig warm in de zon maar op het water voel je toch een beetje wind. We roeien door de mangroves. Je ruikt de wortels van de bomen, de aarde, rot en schimmelig van het vocht. Veel vogels die we niet zien maar wel horen. We komen bij een klein strandje bij een grot. Even klauteren maar dan zie je ook wat. Door een smalle gang van ongeveer 40 meter lang kruipen we in het pikdonker voetje voor voetje. Oehoee, spannend! Gelukkig hebben we een lampje mee, het is benauwd en stinkt naar vleermuizenkeutels. Onze moeite wordt beloond. Na 80 meter komen we in een gigantische ruimte met honderden vleermuizen (die af en toe een rondje om ons vliegen, gezellig). Stalagmieten en -tieten ontmoeten elkaar terwijl ze van onderen naar boven en andersom groeien. Een bubbelige vochtige witte wand die niet zou misstaan in een loungehoek van een hippe discotheek. We peddelen weer verder (dat wil zeggen: ik maak foto's, Pieter peddelt) richting piratendorp. Het verhaal gaat dat de vissers hier nog niet zo lang geleden vooral leefden van de piraterij. Hun buit verstaopten ze in de grotten in de omgeving. We meren aan op het strand en drinken wat bij een luxe maar leegstaand ressort. We wandelen langs de vissers die netten aan het boeten zijn en maken foto's van de gekleurde bootjes. Het begint nu hard te waaien en dan ook te regenen en we gaan schuilen in een bootje dat op het droge ligt. Als de zon weer doorbreekt roeien we over de zee terug naar Nature Ressort. Dat gaat wel lastig nu het eb is, veel zandbanken, af en toe uitstappen om de kano verder te tillen dus. Terug aan wal wandelen we naar een strand verderop De branding knalt tegen de rotsen aan. Op het strand lopen honderden krabbetjes richting zee, af en toe met elkaar vechtend. Pieter moet stoer doen, je kent hem, en klimt op een grote rots. Leuk voor de foto!
Gisteren vroeg vertrokken met de boot naar Ko Libong waar we nu (2 november) zijn. Een groot eiland (+/-Texel) met veel bos waar we met een jeep vanaf de pier doorheen rijden. Af en toe passeren we een dorpje. Op een zandpad komen we vast te zitten met de wielen. De banden zitten diep in het zand dus dat wordt duwen! Gelukkig is mijn gespierde broertje mee dus binnen een paar tellen zijn we los. Na wat rondwandelen belanden we bij Libong Beach Ressort (klinkt goed, he?). Aan een zacht wit strand en voor de kust allemaal andere kleine eilandjes.
Liefs,
Esther

woensdag 12 november 2008

Krabi, Ralai, Krabi

30 oktober, Krabi
Het regent pijpestelen in Krabi. Pieter is gisteravond met slechts twee dagen vertraging aangekomen. Terwijl ik zat te kletsen met een jong Nederlands stel, voor het eerst op een Verre Reis, met een roze coctail voor mijn neus, je weet wel met zo'n orchidee er in, stapt de zeeman ineens de tent binnen met een "hee, zus!". Lekker bijgepraat. Vandaag gaan we via Trang naar het kustplaatsje Hat Yao. Ik hoop dat het daar wat minder Ibizastijl-toeristisch is dan hier en dat er wat locale visserdorpjes zijn om in te integreren. Krabi is een nog vrij fors kuststadje met een markt, wat winkelstraatjes en wat guesthouses. Vanaf een pier vertrekken longtailbootjes naar de eilanden die hier voor de kust op bikini- en shortdragers te wachten liggen. Eergisteren ben ik naar Ralai gegaan. Een uurtje varen langs een prachtige kuststreek. heldergroen water, kleine rotseilandjes , lekker tochtje van krab een uur. Ralai is een soort schiereiland waar je door de rotsbergen alleen met een boot naartoe kunt. Hoewel de ruige natuur erg mooi is, valt de hoge bakstenen bebouwing en het toeristische white-trash sfeertje me erg tegen. Het is nu nog laagseizoen maar toch veel te druk naar mijn mening. Luxe all-inn resorts, westerse restaurants en biertuinen en koffiebars met loeiende generatoren en pompende housemuzakjes. Ik heb het er niet naar mijn zin ondanks het bamboehutje met veranda en hangmat. Na 1 nachtje keer ik terug naar Krabi. Gisterenmiddag met een Hollander die op straat liep een bootje en schipper gehuurd. We varen langs mangroves, spotten apen die krijsend door de bomen slingeren terwijl ze naar elkaar roepen dat er mensen aankomen. Ook een grote leguaan langs de waterkant en een felgekleurde tropische vogel. We lastig vastleggen op de gevoelige plaat die wilde dieren. We stoppen bij een grot met een fantastische lichtinval en vleermuizen. De schipper vertelt trots dat een deel van de film The Beach hier is opgenomen en dat de trap naar de ingang van de grot speciaal voor Leonardo is gemaakt. Ja, ja. Het begint knoerdhard te regenen en na tien minuten wachten rennen we toch maar terug naar de boot. We varen verder naar een viskwekerij. Joekels van een paar kilo komen naar het wateroppervlak als wij ze kleine visjes voorhouden. De kweker heeft een paar bijzondere soorten die zichzelf opblazen als je ze uit het water haalt. Een raar gezicht.
Terug in Bleu Juice ontmoet ik Christian en Julie, de Nederlanders, voor de tweede keer. We drinken wat, gezellig en rond een uur of acht stapt Pieter binnen. We gaan lekker samen verder reizen.

Liefs, Esther

dinsdag 11 november 2008

Afscheid van Burma

Yangon, 27 oktober
De verlenging in Nyaung Shwe is prima bevallen. Mijn vrienden daar waren blij verrast me weer te zien en ik heb nog een paar relaxdagen gehad. Thee met Sein Chu die ik 's avonds met familie mee uit eten heb genomen. Hun dochtertje is onafscheidelijk van de pop met lang haar die ik voor haar heb gekocht. Ik ga deze mensen missen. We wisselen adressen uit (e-mail en telefoon hebben ze niet) en ik beloof ze te schrijven. Na het eten fiets ik met ze naar hun 'huis'. Een houten hokje van 4 x 4 waarin een dun schot het woongedeelte van het slaapgedeelte scheidt. Aan de overkant van het pad een minuscuul keukentje met een kleipot om op met kooltjes te koken. Nu snap ik waarom ze overdag van vroeg tot laat in de winkel zijn. Daar is meer ruimte en licht. Als afscheidskado geef ik ze een kleine houten Budha. Ze zijn er ontzettend blij mee en zetten hem in hun huisaltaar.

Gisteren liep alles volgens schema. Vlucht naar Yangon kwam om tien uur op tijd aan. Terug in Motherland Inn 2 nu. Het superpersoneel kent me nog en ze vragen of ik weer een bananeshake wil :) Gistermiddag nog Yangon in om mijn laatste Kyat uit te geven. Met de taxi naar een megamarkt in het centrum met allemaal van die kleine hokjes met souvenirs, kleding en sieraden. Ik onderhandel toch nog goed en heb dus nog een pak kyats over als ik terugkom. Ach, dat is dan voor de volgende keer Burma.

Vandaag vlieg ik naar Bangkok en dan door naar Krabi om eilandjes te hoppen. Het plan was om in Bangkok Pieter te ontmoeten maar dat gaat helaas niet lukken. Hij is nog in Dubai en de autoriteiten hebben zijn paspoort nog voor het afgeven van een werkvisum. In verband met de ramadan ligt het proces echter stil waardoor Pieter niet kan vertrekken... Ik hoop dat het snel is opgelost want ik heb echt zin hem weer te zien (en Hylpers te kenne proatjen).

Burma zal ik onwijs missen. Ik ben ontzettend van dit mooie land en vooral de mensen gaan houden. Twee weken hier is veel te kort. Ik heb Bagan nog niet eens gezien en wil graag verder naar het noorden. Ik kom hier terug. Snel. Ga je dan mee?

Liefs Esther

Ik leef nog en hier ben ik NU

11 november, Taman Negara Maleisie

Lieve trouwe lezer,

Zoals je merkt loop ik wanhopig achter met overtikken van het reisverslag uit mijn dagboek. Maar maak je geen zorgen over mij. Ik leef nog en ben gezond en blij :)

Inmiddels ben ik al een paar dagen in de jungle van de Taman Negara in Maleisie. In Burma is een achterstand met bloggen ontstaan en door het gebrek aan internet en tijd en door gezelschap van Pieter, mijn broer, en Brechtje, een vriendin, heb ik de achterstand nog niet echt in weten te halen. Je hebt dus nog wat reisverhalen van me te goed.

Korte samenvatting
Na Burma ben ik in het zuiden van Thailand met Pieter naar wat eilandjes en kustplaatsjes geweest. Aan de westkust bij Krabi en Trang. We hebben er gevaren langs rotsen (oa een James Bond rots uit The Man With The Golden Gun, jawel) , grotten bestudeert (en vleermuizen) en door mangroves gepeddeld (Pieter peddelde, ik maakte de foto's). Op 6 november zijn we naar Kuala Lumpur gevlogen waar we Brechtje ontmoetten. We hebben in twee dagen Kuala Lumpur 'gedaan' waarna Pieter naar Borneo vloog en ik met Brechtje naar de Taman Negara afreisde.

Het is hier nog steeds of al weer fantastisch. Ik eet lekker, het is mooi weer, mensen zijn best aardig en met Brechtje heb ik de dikste lol.
Ik ga weer verder met inhaalschrijven.

Liefs,
Esther

woensdag 5 november 2008

Schemawijziging

24 oktober, Nyaung Shwe
Terug naar Nyaung Shwe. Ik zit in het restaurant van Pu Inn te wachten op mijn 'gratis' diner aangeboden door Air Bagan. Na een paar uur wachten op het vleigveld in Heho wordt de vlucht van hier naar Bagan gecancelled. Morgen gaat er wel een vlucht maar dat heeft voor mij geen zin want dan zou ik alleen voor de nacht in Bagan zijn. Omdat ik de volgende dag in Yangon moet zijn om op de 27ste mijn vlucht naar Bangkok (en aansluitend Krab i) te halen. (volg je het nog?) Er wordt voor de hele vliegtuiglading een bus geregeld die ons terugbrengt naar Nyaung Shwe waar we in Pu Inn de overnachting en een diner krijgen.
Gisteren en vandaag rustig wat rondfietsen. Richting bergen gegaan. Veel koeien- en paardewagens onderweg. Vrouwen met manden op weg terug van markt naar dorp. Ik sla af vanaf de hoofdweg ergens een zandpad in. Het is warm. Er wordt een weg aangelegd hier. Mannen en vrouwen verplaatsen stenen van de ene plek naar de andere. Met de hand. Hard werken. Vrouwen dragen de stenen in schalen op hun hoofd. Kinderen verplaatsen met een soort brancard van stokken en doek puin. Ik maak een 'praatje' met ze en bied mijn hulp aan. Een uur loang zweten! Ze moeten heel hard lachen als ik de schaal op mijn hoofd laat balanceren. Rare buitenlander. Ik fiets verder en kom na een kudde koeien + herder bij een klein dorpje. De kinderen hebben me al gespot en staan in een rijtje bij de ingang op me te wachten. Er is een klein winkeltje waar ik wat snoep koop en uitgenodigt wordt voor thee. De kinderen houden al mijn handelingen nieuwsgierig in de gaten (maar verschuilen zich verlegen achter oudere broer/zus als ik ze aankijk). We spreken elkaars taal niet maar de diavoorstelling op mijn camera weet iedereen een uur lang te boeien. Terug in Nyaung Shwe drink ik thee bij Sein Chu in de winkel. Er zitten ook een paar jongeren die werken voor de to9matenhandeel van de buren. Ze krijgen betaald voor het overladen van tomaten telkens als er een nieuwe truck komt. Als er geen werk te doen is krijgen ze niet betaald en zitten ze bij Sein Chu te wachten op een nieuw klusje. Sein Chu is de enige in het gezelschap die Engels spreekt dus de co9mmunicatie loopt via hem. s' Avonds weer doorzakken met Amerikanen en Polen.
Vanmorgen ingepakt en afscheid genomen van iedereen en nu ben ik dus weer terug. Rest van verhaal ken je inmiddels. Ik ga zo iedereen weer even gedag zeggen.
Liefs, Esther

Nieuwe vrienden

23 oktober, Nyaung Shwe
Veel vrienden gemaakt gisteren. Plan was eigenlijk mooi stukje fietsen maar bij het maken van een proefrondje beland ik na een `hello, how are you` in de teashop-winkel van Sein Chu. Hij heeft een klein winkeltje en verkoopt wat overal verkocht wordt: snoep, slingers met portieverpakkingen oploskoffie en slingers met portieverpakkingen shampoo/conditioner. Zijn vrouw werkt in het ziekienhuis en ze hebben een schattig dochtertje, Medizi. Het is er gezellig druk, Popo een vriend, en nog wat andere deels werkloze mannen hangen hier rond, een aantal wachten om vrachtjes tomaten over te laden. Bijvoorbeeld een jo9ngen, die eigenlijk met vrouw en dochter in Mandalay woont, maar hier al een paar maanden is voor wat magere klusjes. En Popo is eigenlijk kok maar sinds zijn vrouw hem verlaten heeft, heeft hij een drankprobleem (of andersom). En daarnaast is zijn restaurant ook door terugloop van het aantal toeristen gesloten. We raken in gesprek overe koken en ik biedt aan om een maaltijd te bereiden die avond. Tomatensalade, gebakken aardappelen in de schil en gebakken kip met sinaasappel. Ik heb er echt zin in! We blazen het stof uit het restaurant en gaan aan de slag. Veel nieuwsgierige voorbijgangers die wel eens een witte willen zien koken. Hakken en snijden, mixen en in de pan doen. Fijn om weer eens zelf te koken. Beetje van dit, beetje van dat erbij. Ik heb Tigerbier gekocht wat voor de heren hier een luxe is. En echte chocolade voor bij de koffie toe. Levensgesprekken vooral met Sein Chu die het zwaar heeft in zijn relatie en in de winkel waar hij weinig verkoopt. Ik geef hem wat marketingtips die nog vaag zijn blijven hangen van de studie. Na afscheid (en afspraak dat we elkaar morgen weer zien) terug naar Teakwood. Jennifer en Brad uit Amerika hangen in de chill-out hoek met sterke drank en ik sluit aan met mijn pringles. Toeristen onder elokaar, altijd lachen. We wisselen reiservaringen uit en na meer drank ook levenswijsheden en ander filosofisch geblaat. Petrus uit Polen komt er ook bij zitten en hoewel we hem nauwelijks kunnen verstaan hebben we de grootste lol samen. Een beer van een vent, lange baard , oversized t-shirt en strakke slip. Latertje. Liefs, Esther

zondag 2 november 2008

Drijvende tuinen

21 oktober
Ik hang-lig op de punt van de slanke roeiboot. We glijden tussen de drijvende tuinen door. Mister Talay heeft het zwaar met zijn peddel achterin, zwoegend in de warme zon. Een relaxdagje voor mij betekent roeien met de riemen die hij heeft voor hem. Maar hij doet het al zijn hele leven, is letterlijk geboren en opgegroeid op het water, in een huis op palen. Hij kent zijn weg tussen dit doolhof van drijvende tomatenveldjes, komkommerplanten, riet en rijst. In de verte de bergen en bovenop een gouden pagoda. We varen langs dorpjes met rieten en houten hutjes. Ook voor het varken een hok op palen hier. De roeiers bhier hebben een speciale techniek: Ze staan achterop dek houden het uiteinde van de lange houten spaan met een hand beet terwijl ze met een been de spaan door het water duwen. Het levert mooie plaatjes op. We stoppen onderweg bij een sigarenfabriekje en bij een rijstcrackersfabriekje. Vermoeiende werkjes in arbotechnisch onverantwoorde omstandigheden. Ook een meisje van twaalf jaar mag hier aan de bak. School stopt na de tiende klas. Het lesmateriaal is duur en de school te ver weg. Op het water is het lekker rustig. Hier en daar tsjilpt een tropisch vogeltje, in de verte het geluid van de motor van een toeristen- of vrachtbootje en af en toe een visser die iets roept naar een concullega. Vissers gebruiken verschillende korfen voor het vangen van de vis. Ze vangen minivisjes (die zij in de zon te drogen leggen), paling en grotere vissen. We meren aan bij een huis in een dorp aan de rand van het Inlemeer waar de drijvende tuinen ophouden. Een mooi weids uitzicht hier met de tuinen, het meer en de bergen. Een hartelijke familie met vooral dochters verzorgd de lunch. De jongste dochter brengt thanaka aan op mijn gezicht (in ruil voor een pen). Lachen! Op de terugweg varen we over het meer waar grote korven net worden opgevist. De lucht trekt dicht en donkere wolken hangen boven ons. Het begint al te spetteren als we weer tussen de tui8nen richting Nyaung Shwe varen. Mister Latay is nu iets sneller, hahaha. We worden wel nat ondanks paraplu en regenjas. Mister Latay nodigt mij, terug in het stadje, bij hem thuis uit voor thee en huisgemaakte chips. Gezellig napraten met zijn vrouw, zoon en een vriendin. Als ik weer in Teakwood ben is het inmiddels pikdonker. De stroom in het dorp is weer eens uitgevallen dus met zaklamp er op uit vo9or een pizza. Beetje behelpen maar wel avontuurlijk en typisch Burma. Pizza met echte mozzarella en huisgemaakte pesto. Goed!
liefs, esther

Bergwandeling

20 oktober, Kalaw
Vandaag ga ik naar het plaatsje Nyaung Shwe aan het Inlemeer. Het is nu 6 uur s´ochtends en mijn ontbijt komt er aan. Er rijdt een paardenkoets voorbij, een gangbaar vervoermiddel hier, en het is bewolkt. Ik hoor een monnik door de luidspreker religieuze teksten opdreunen, dat gaat continu door tijdens het festival. Gisteren ben ik met gids JP de bergen ingegaan. Om acht uur vertrokken, lekker briesje. Een mooie wandeling (6 mile) door een afwisselend bergheuvellandschap. JP is een grappig mannetje van een jaar of 65 die veel mensen kent (en die hem onderweg enthousiast begroeten). Hij verteld over Kalaw, de omgeving en de bevolking. Het ruikt hier heerlijk. Naaldbomen, theeplantages, citrus- en avocadobomen. Op het land wordt de thee geplukt die s' avonds in de dorpen wordt gedroogd in houtovens en vervolgens op een soort houten bedden in de zon wordt uitgespreid om verder te drogen. In de twee dorpjes die we passeren ontmoeten we alleen de kinderen en monnikken. Een aantal kids houden hun hand op. "Bonbon?". Verpest door andere toeristen. Bij het klooster geef ik de schriftjes en pennnen af die ik voor ze gekocht heb. Het is een stevige wandeling naar de top van de berg de eerste paar uur. Tegen twaalven komen we bij het hill-top restaurantje. Een hokje van vier bij drie met twee oude houten tafeltjes. In een hoekje het keukentje met de kleipot voor de kooltjes waarop wordt gekookt. Rijst of noedels is de keuze. Een mooi ver uitzicht vanaf hier en JP wijst me de paadjes waar we gelopen hebben. Terug gaat bergafwaarts dus dat loopt lekker door. We komen onderweg Moe Aye tegen, de nieuwe manager van hotel Amara verteld hij. Ik raak met vhem in gesprek en hij nodugt me uit om in zijn hotel wat te komen drinken later. Dat doe ik. Na een uurtje wandelen en zoeken s'avonds in het donker, kom ik aan bij hotel Amara. Het blijkt een superdeluxe ressort. In een oud voormalig Brits koloniaal landhuis zijn met smaak teakhouten meubelen en antieke schilderijen en voorwerpen neergezet. Ik krijg thee in Wegdewood geserveerd en Moe Aye vraagt of ik iets wil eten. Ik twijfel: kan ik dat wel betalen? "No problem, it's a gift". Hahaha, dat zijn zo soms de verrassingen van het reizen. Het is een gezaellige avond met Moe Aye die goed Engels spreekt. En ik ben blij met het goede, lekkere eten hier. De Burmese keuken smaakt mij meestal niet zo. Veel olie, alles drijft er in, papperige rijst, soep die je overal bijkrijgt en die ruikt naar geitenstront (maar is gefermenteerde bamboe). Bovendien worden gerechten vaak lauw of koud opgediend. Ik ben geen moeilijke eter maar wordt nu soms al misselijk als ik langs de Nepalese en Indiase restaurantjes loop. Ik verlang naar snert, hutspot, een bruine boterhyam met oude kaas! De pizza van Amara smaakt goed genoeg en na een rondleiding door de chique kamers en langs de Finse sauna neem ik weer afscheid van Moe Aye en met motortaxi naar bed.
Vervolg
Inmiddels ben ik aangekomen in Nyang Shwe en ingecheckt in Teakwood Guesthouse. Een gezellige tuin vol potten met bloemen, een teakhouten veranda met relaxkussens en een fanatieke eigenares die me gelijk probeert kanotochten, trekkings en huurfietsen te verkopen. Ik zeg dat ik er nog wel even over nadenk en vandaag alleen wat wil rondwandelen (op zoek naar andere toeristen). Nu zit ik op de hoek van twee straten op een krukje te genieten van een frisse lassi van yoghurt en avocado. Avocado wordt hier vooral gedronken, anders dan bij ons, je kunt het overal krijgen. Avocadojuice, -shake en -lassi. Een beetje vreemd, maar wel lekker. Meer dan in Kalaw zie je hier traditioneel geklede dorpelingen op straat. Onderweg op ossekarren. Mannen in geruite longy's en met rieten hoeden, vrouwen met een soort gekleurde tulband op het hoofd en een sarong om de middel. Sommige vrouwen dragen zwarte jurken met een geborduurde rand. Bijna iedereen heeft een monnikkentas, een vierkante tas van geweven katoen in vrolijke kleurenmet een brede schouderband en franjes aan de onderkant. Ik heb zelf een felgroene gekocht. Paardekarren en scooters zijn hier de meest gangbare vervoermiddelen en je ziet ook veel fietsers. Twee jochies lopen stevig gearmd voorbij. Het voelt hier weer aqls vakantie, relaxed plaatsje, vriendelijke mensen die nieuwsgierig naar me lachen. Ik loop verder en kom bij een kanaaltje waar smalle bootjes klaarliggen om passagiers en vracht terug te brengen naar de dorpen aan het Inlemeer. Een groepje monnikken die inkopen hebben gedaan, stapt aan boord. Langs de kade kleine winkeltjes met snoep, huishoudelijke spullen en wat eetstalletjes. Het is heerlijk weer. Een aantal mannen wacht op pick-ups om te helpen uitladen en zo een zakcentje te verdienen. Rode tanden van de betelnoot.
Liefs, Esther

dinsdag 28 oktober 2008

vervolg Kalaw

18 oktober, Kalaw
Kalaw is een stadje tegen een heuvel aan. Voor mijn hotel staat een bling-bling tempel die met goud en glas is beplakt dat glinstert in de zon. De jonge monnikjes zijn achter het gebouw aan het vliegeren met zelfgemaakte vliegers. Verderop is nog een klooster. Op de trap zitten een paar jonge gasten te lachen als ik aan kom lopen. Buitenlanders zijn hier iets zeldzaams en volgens mij ben ik de enige in de stad nu. Ik doe mijn birkies uit en loop de trap op en het klooster in. Het is er lekker druk en iedereen kijkt op als ik, blanke exoot, binnen kom lopen. Een paar vrouwen gebaren me te gaan zitten en brengen me thee. Meer mensen schuiven aan. Meiden lachen verlegen als ik ze aankijk. "Where you from?" durft er eentje. Er wordt me een dienblad met oploskoffie (zijn ze hier gek op, kun je in vele smaken in alle winkeltjes kopen) en zoete pinda's toegeschoven. Om het ijs te breken haal ik mijn camera te voorschijn. De truc met het LCD-scherm waarop ze zichzelf en hun vrienden kunnen zien, werkt ook hier. Nu wil iedereen dus op de foto. Met behulp van de woordenboek pagina's in de LP hebben we een soort gesprekje. Mijn uitspraak van het fonetisch Burmees werkt op hun lachspieren. En ook zinnen als "Wat is de prijs van deze kamer?" en " Ik wil hier graag twee nachten blijven slapen" zijn grappig in deze context. Na nog een koffie met koekjes en het vertonen van de foto's van Cambodja en Laos, neem ik afscheid van mijn nieuwe vrienden en loop ik verder. Bij een stalletje waar betelnoot wordt verkocht maak ik een praatje met de verkoper. Betelnoot is een soort bruin met rode noot die in stukjes wordt gehakt en met een witte pasta in een blad wordt gerold. Vervolgens stop je dit achter je kiezen links of recht in je mond om er af en toe op te kauwen en zuigen. Het rode vocht dat dan ontstaat spuug je met kracht op straat. Als je net in Myanmar bent en deze 'snack' niet kent denk je dat er hier een nare ziekte heerst waarbij mensen bloed ophoesten. De man vraagt of ik het ook eens wil proberen. Ok dan, kom maar op. Ik stop het pakketje in mijn mond en begin te kauwen. Het is een beetje zurig en zoetig, niet echt vies een beetje zoethoutig ook. Ze lachen om mijn gezichtsuitdrukking, alsof ik voor het eerst een sigaret rook. Ik spuug een rode rochel op straat. Hahaha. Het is blijkbaar niet de bedoeling om zo hard te kauwen ik heb allemaal kleine stukjes in mijn mond. Het goedje heeft een licht verdovende werking op mijn tandvlees. Ik spuug de korrels toch maar weer uit. Terug in hotel geen stroom. " Six o'clock again" zegt de eigenaar.
liefs, Esther

zondag 26 oktober 2008

Reizen is geen vakantie



18 oktober, Kalaw
Heb net een Indiaas ontbijt achter de kiezen. Een koude chapati met een lekker groenteprutje en daarbij een soort appel die geen appel is maar een soort hardere variant met veel pitjes. Middenin de nacht uitgeput aangekomen hier na een lange, lange reisdag met lokaal vervoer. Mijn plan was om naar Kalaw te reizen in 1 dag en volgens mijn berekeningen moet dat met lokaal vervoer makkelijk kunnen. Ik houd echter te weinig rekening met de factor 'lokaal'. Vanuit Pyin U Lwin vertrokken in een nog redelijk luxe share taxi. Om 12 uur, een uur later dan voorspeld, komen we aan op het busstation van Mandalay. Mij wordt verteld dat de eerstvolgende bus naar Thazi (waar ik over wil stappen op een truck naar Kalaw), pas om 18 uur vertrekt. Ik besluit te reizen via Meiktilla waarvoor een bus om 13 uur vertrekt. "No good, no airco inside" waarschuwen ze me nog. Maar ik heb mijn besluit al genomen. De bus blijkt een sauna. Het foam van de stoelen steekt door de gaten in het grijze nepleer. Ik betaal blijkbaar te veel en krijg daarom de 'royale' bank naast de chauffeur toebedeeld. De scheuren in de voorruit zijn met zwarte kit dichtgesmeerd maar daaromheen heb ik wel een mooi uitzicht. Achter mij wordt de bus volgepropt door de gehaaide proppers die aan de Spaanse kust rijk zouden kunnen worden. Een scooter wordt op het dak gehesen en stevig vastgemaakt (want we gaan schudden). En ik ga er de lol wel van inzien. Als toerist ben ik maar verwend tot nu toe met aircobussen. Dit is het echte werk, zo reizen de mensen uit Myanmar. Met slechts een uur vertraging vertrekken we om 14 uur, regelmatig stoppend om nieuwe passagiers en hun vracht op te pikken. Het is zooo warm... Door de gaten in vloer zie ik de weg onder ons doorkruipen. Maar zo onderweg heb je wel tijd om je gedachten te laten gaan over Myanmar. Er hangt hier iets in de lucht waar ik mijn vinger niet op kan leggen. Ik heb me natuurlijk voor mijn reis ingelezen over de situatie hier. De regering die de mensenrechten schendt door geen gehoor te geven aan verkiezingsuitslagen, het oppakken van mensen die het openlijk niet met de regering eens zijn, het toepassen van dwangarbeid en censuur en er zijn toeristen die om deze redenen niet naar Myanmar gaan. Maar als je hier bent merk je eigenlijk weinig van de wantoestanden. Het leven gaat hier gewoon door. De mensen zijn arm en zitten echt te wachten op toeristen om een beetje geld te verdienen. Ze zijn arm maar lijken gelukkiger dan in Laos en Cambodja en proberen er echt iets van te maken
In plaats van om 16 uur komen we om 18 uur aan in inmiddels donker Meiktilla. Hier kan ik overstappen op een pick-up die in vijf uur naar Kalaw rijdt. Ik loop mee met de gast die me uit de bus heeft geplukt en er al met mijn koffer vandoor is. Als hij met het houten bankje met de krappe beenruimte achterin aanwijst wat voor de komende uren mijn zitplaats moet zijn, sputter ik toch maar even tegen. "Know way", zeg ik, ik blijf wel in Meiktilla slapen dan. Ik wil alleen mee als ik voorin kan zitten, naast de bestuurder. Die plek is al bezet dus dat wordt dan de volgende pick-up die een half uur later vertrekt. Blijkt later dat die ook nog even bij een kippenboerderij langsgaat om honderd kippen in manden op te halen. Gaat u nog maar even zitten. Ik ben moe... Zo moe van al dat reizen. Na een lange, lange rit door een donkere avond waarbij de koplampen van tegenliggende Japanse trucks kaarsrecht fel in mijn gezicht schijnen om de 500 meter en ik tussen een dikke dame en het portier een slaaphouding probeer aan te nemen kom ik om 1 uur snachts aan in Amari guesthouse. niet de gewenste lokatie maar ze waren de enigen die om 12 uur snachts de telefoon nog opnamen toen ik in een wegrestaurant aankondigde dat ik onderweg was. Na inchecken heerlijk geslapen vannacht. Vandaag beetje rondwandelen door Kalaw op 1320 meter hoogte op het Shan plateau. Morgen met een gids door de omgeving trekken en kleine dorpjes bezoeken.
liefs Esther

donderdag 16 oktober 2008

Economische crisis, ook hier

16 oktober, Pyin U Lwin
Ik ben nu twee dagen in dit stadje in de bergen, zeventig kilometer van Mandalay. Het is hier lekker koel, met 25 graden. Ik zit tegenover de markt waar eetstalletjes druk bezocht worden. Indiase, Chinese en Burmese gerechten vinden gretig aftrek. Trucks volgeladen met mensen en goederen rijden af en aan hier, op weg naar Mandaly of China. Mensen kijken nog steeds ietwat verbaasd naar mij maar als ik glimlach lachen ze altijd terug. Net nog werd ik aangesproken door de eigenaar van een hadwerkwinkeltje aan de overkant. Hij zei dat ik van harte ben uitgenodigd om zijn shop te komen bezoeken. Gisteren ben ik om negen uur Mandalay ontvlucht. Het was me daar te heet, te druk en te stoffig. Veel vuurwerk (strijkers!) ook in verband met het moonfestival dat nog een paar dagen duurt. Ik heb het niet zo op knallers dus 's avonds binnenblijven. De gedeelde taxi is hier een ware luxe. Met slechts twee Indiers deel ik de achterbank. Voorin naast de bestuurder een vrouw met een gepedicuurde linkerhand: lange nagels in rood en blauw met glitters. Zij hoeft vast niet te koken thuis, hahaha. Het Gracehotel I is een kleurrijk statig gebouw met een vrolijke bloementuin aan de rand van Pyin U Lwin. Ik word ontvangen door een van de Indische familieleden en kies een van de grote kamers. Luxe met heet water, twee bedden, een tafeltje en een televisie met Thaise en Burmese zenders. De tuinman begint een praatje met me en vertelt over de stad. Op een krakkemikkig huurfietsje ga ik op verkenningstocht uit. Het zijn hier de Britten die hun koloniale stempel een eeuw geleden op het gebied hebben gedrukt. Overal Engelse herenhuizen, soms al vervallen, anderen in prima staat. Allemaal hebben ze een gezellig kleurtje. In het centrum staat een oude Engelse klokkentoren, ooit kado gedaan door de Engelse koningin, een miniatuur van de Big Ben waarop de tij stil staat. Ik beland met behulp van de LP op het terras van Golden Triangle Bakery. Ze hebben Italiaanse koffies en ik smul eindelijk weer eens van een cappucino (met kaneel!). De deur van de keuken staat open en ik maak een praatje met de chef die koekjes staat te bakken. Na nog wat rondfietsen en internetten is het toch tijd om iets te gaan eten maar mijn maag draait zich om bij de gedachte. Ik voel me niet helemaal fit en het borrelt in mijn darmen. Spetterpoep ondaks de drie bananen die ik iedere ochtend als ontbij eet. Toch maar naar het Indiase restaurant dat me door de tuinman is aangeraden. Het restaurant met de veelbeloven de naam 'Krishna Indian Restaurant' blijkt geen goede keus: In een hoekje zit een vrouw van middelbare leeftijd continu te hoesten, een paar snotneuskinderen jammeren en het stinkt. In een hoek staat een tv waarop een hindu ceremenie veel aandacht krijgt maar ik als enige betalende klant wordt na opname van mijn bestelling praktisch genegeerd. Ik heb het warm maar de bestelde lassi van yoghurt en banaan krijg ik pas na twintig minuten en wordt lauw en met klontjes geserveerd. De snel op de markt gekochte chapati's worden inmiddels koud en klef geserveerd en de bijgeleverde prutjes vertrouw ik ook niet. Ik reken af, lach toch maar een beetje en probeer terug bij Golden Triangle Bakery een pizza naar binnen te werken. Op het terras ontmoet ik Hari, een Indische filmmaker uit Bombay die hier een film gaat maken over een Burmees. Gezellige gast waarmee ik lekker over favoriete films kan praten. Leuke avond.
Vandaag met scooter en gids/chauffeur Samuel aan het touren geweest. Na een vermoeiende nacht (stoelgang, knalvuurwerk, rochelende buren) om negen uur vertrokken. Eerst wat dollars voor een goede koers omruilen voor Myanmarse Kyat. Maar de economische crisis werkt hier ook door en ik ben niet zo slim bezig geweest. In Yangon had ik een paar dagen geleden mijn dollar voor 1300 Kyat per stuk kunnen omwisselen op straat. Ik vertrouwde het niet. In Mandalay zakte de prijs naar 1190, wat ik niet accepteerde. Dom, dom, dom. Een dag later boden ze me in Mandalay 1180, ook niet gedaan, ik dacht dat kan beter. Gisteren de markt op. Ze boden 1170 wat ik verontwaardigd weigerde dus. En nu mijn Burmese geld bijna op is moet ik wel wisselen. De koers is 1160 (voor mijn laatste 100 dollar biljet). Voor de vijf briefjes van twintig ontvang ik slechts 1140 per dollar. Al met al dus een verlies van 30.000 Kyat in slechts vijf dagen (= ongeveer 20 euro op 200 dollar). Voor mij persoonlijk niet zo heel veel geld maar als ik bedenk wat een Burmese familie hier mee kan doen...
De scooter van Samuel, comfortabel, brengt me naar twee watervallen waar families (nog steeds moonfestivalvakantie) een dagje doorbrengen en kinderen zwemmen. We bezoeken een fantastische grot waarin een stenen wandelpad langs kitcherige beelden leidt die verhalen uit het leven van de man met de lange oren vertellen. Ik begin er al een paar te herkennen: het verhaal van de uitgemergelde budha die een paar jaar leefd van lucht en mediteren, de geboorte van budha, de rijke handelsman die alles opgeeft en monnik wordt. Op een terrasje bestel ik een gemberthee wat volgens de Indiers helpt tegen maagkwaaltjes. We rijden weer verder en ik laat Samuel stoppen bij een schattig teakhouten kloostertje in een klein dorpje. Binnen spelen twee burmese katten en terwijl ik een foto maak komt de oude monnik die hier 'chief' is naar me toe. Hij nodigt me uit in zijn kamertje en vraagt waar ik vandaan kom. Hij zegt dat 'ie heel blij is dat ik gekomen ben. De dementerende man die een aantal keer in herhaling valt in ons gesprek, wil alles weten over Holland. Hij spreekt redelijk Engels en we praatten wat over zijn geloof. Samuel en ik bezoeken ook nog een Chinese tempel. Redelijk nieuw nog en een beetje in een Eftelingstijl gebouwd met een uitkijktoren versierd met gekleurde bolletjes. Hier ook de dikke lachende budha die ik herken uit Vietnam en waarvan ik een miniatuur in mijn portemonne heb (thanx Karin) die mijn eigendommen beschermd. We lunchen in een smetteloos wit betegeld veganistisch Chinees restaurant waar het eten dat in een vakjesbord wordt geserveerd prima smaakt. Na de lunch rijdt Samuel me nog langs een aantal Brits koloniale panden, die nu door de overheid gebruikt worden als hotel en als logeerverblijf voor 'belangrijke' militairen. Het Candagraig hotel waar ook toeristen kunnen overnachten lijkt een locatie uit een Engels kostuumdrama. Rode stenen, teakhouten meubilair, oud-Engelse kussens. Een gigantische oprijlaan, een bloeiende tuin achter een gietijzeren hek. Een plaatje. De overige locaties zijn er slechter aan toe. In het voormalige Cherry Hotel krijgen we een rondleiding van de bewaking. Het ruikt er muffig en de vloerbedekking is aan vervanging toe, er moet geschilderd worden en de tuin moet aangepakt. Onder andere. Mijn handen jeuken als ik dit zie. Als ik zo'n pand had zou ik hier een fantastisch hotel van maken! Ok, ik ben inmiddels wel verzadigd met locaties bezoeken en plaatjes schieten. Er is zo veel te zien voor een dag. De botanische tuin moet maar wachten tot morgen. Ik wil even rust nu, het is tenslotte vakantie!
Liefs, Esther

Koningssteden

14 oktober, Mandalay/Amarapura
Ik zit op een bankje halverwege de 1200 meter lange teakhouten U-Bein brug die de oever verbind met het eiland waarop de koningsstad Amarapura ligt. Er waait een lekker briesje over het Thangthaman meer. Het is vandaag een feestdag (volle maan in oktober) dus is het hier erg druk met Burmese dagjesmensen. Heerlijk wandelen hier met prachtig uitzicht over het meer waar vrouwen tot de middel het water in gaan om te vissen. Verderop brengen een soort gondelroeiboten, vrolijk geschilderd, waar de stuurmannen achterop het dek staande roeien, passagiers langs de brug naar de overkant. Het begint al te schemeren, een rozeoranje hemel tussen de wolken door. Ben vandaag op pad met Manju en zijn schrootroestbak (die in Nederland nog door de pakjespersers geweigerd zou worden, hahaha). Een met vele lagen verf en roest bedekte blauwe Mazda van 48 jaar oud. Met touwtjes en lasjes aan elkaar gehouden. Mijn stoel naast de bestuurder is gemaakt van waslijn waar speciaal voor mij een oude sarong overheen is gedrappeerd. De ramen aan de zijkant ontbreken en in de voorruit zit een dikke barst over de hele breedte (maar slechts twee kleintjes haaks daarop). Het gat in de deur aan mijn kant is dichtgeplakt met een stevig stuk karton. Met een tinnen schenkkannetje vult Manju de olie/koelvloeistof/brandstof bij. Let's go! Er zijn een aantal oude koningssteden in de omgeving van Mandalay die ik vandaag ga bekijken. We beginnen met Sagain, een heuvel waar vijfhonderd stoepa's zijn en zesduizend monnikken en nonnen wonen. Ik word eerst nog even bij een toeristisch aandoend handwerkplaatsje afgezet, mooi hoor die wandkleden en theaterpoppen maar, sorry, mijn koffer is al vol, en vervolgens rijden we de stad uit. Voor de brug naar Sagain vraag ik de chauffeur even te stoppen. Er liggen een aantal vrachtscheepjes aangemeerd hier en het uitzicht over het water en de heuvel aan de andere kant is fenomenaal. Ik schiet snel wat plaatjes met ook de schepen en de mannen op de kade er op. Altijd lachen met die scheepslui. We rijden over de brug, tol betalen, naar de overkant. Aan de voet van de heuvel stap ik uit. Een lange (lange) trap voert hier naar boven. "Only ten minutes" zegt Manju. En hij wacht wel beneden tot ik terug ben. Tien minuten worden twintig maar ik krijg gezelschap van een paar ook puffende dames die onderweg naar boven met mij op bankjes af en toe uitrusten. Vanaf boven een mooi weids uitzicht over de heuvel en de gouden stoepa's en kloosters. De tempel hier is kleurrijk in roze, geel, groen, blauw , rood en oranje. Ik loop met de dames een rondje, maak wat foto's en weet dan het juiste pad terug te vinden. Een paar jonge monnikken op de trap moeten lachen als ik voorbij loop. Ik geef ze lik op stuk en leg ze vast op de gevoelige plaat. Op mijn teken leggen ze keurig hun handen tegen elkaar als ware vrome budhisten. Manju en ik kachelen verder naar de volgende voormalige koningsstad, Inwa, door de Burmezen Ava genoemd. De stad is gevestigd op een eiland waar we met een bootje naartoe varen. Op de kade staan de koetsjes met paarden al klaar. Ons paard ziet er goed gevoed, stevig, uit dus ik stap met een gerust hart op de bok. Het wordt een boeiende rit over hobbelige paadjes langs kleine dorpjes waar de mensen me toe lachen en een groen landschap met werkbuffels. Hier en daar zie je de overblijfselen van de oude stad terug in mooie roodbruine stenen ruines. Bij een oude wachttoren stoppen we. Ik mag de toren beklimmen terwijl het brave oververhitte paardje even rust krijgt. Het is hier superstil en ik kan tot over het hele eiland kijken. We rijden verder, maken het rondje af. Naast mij ratelen de grote wielen over de keien. Af en toe zwaar voor de lieve viervoeter, zijn vacht is nat. Terug in de 'auto' waarmee we verder rijden langs nog een tempel en een toeristenwinkeltje (commissie?) naar Amarapura of eigenlijk naar de brug die naar deze oude stad voert. Ik slenter nog wat over de brug, het lijkt te gaan regenen, en loop terug voor ik helemaal aan de overkant was.
Liefs, Esther

woensdag 15 oktober 2008

Censuur?

15 oktober
Lieve lezer,
Zoals je merkt zit er wat vertraging in mijn berichtgeving. Ik schrijf iedere dag in mijn dagboek en probeer dit regelmatig online te krijgen maar het is hier in Burma soms lastig om werkend internet te vinden. Bovendien is mijn weblog vaak geblokt (de meest gehaaide internetcafeehouders weten via omwegen mij toch toegang te verlenen). Boven mijn bericht zet ik altijd de dagboekdatum (dus dan weet je wat ik bedoel met 'vandaag' of 'gisteren').
Foto's uploaden is in Burma onbegonnen werk, te trage verbinding, ik blijf het proberen en anders komt dat weer over twee weken.
Veel leesplezier, ik ben weer benieuwd naar je reacties.
Liefs, Esther

Van Yangon naar Mandalay

Mandalay, 13 oktober
Mandaly, alleen de naam al, Mandalay Mandalay Mandalay, doet me denken aan sprookjes. Ik ben vanmorgen vroeg aangekomen hier. Na een lange vermoeiende busreis door de nacht. Achter mij een familie die gezellig de hele nacht door zat te klessebessen en waarvan een man het nodig vond om om de tien minuten een lange rochel op te hoesten om deze vervolgens in een plastic zakje te spuwen. Sjaal maar iets hoger omgeslagen dus (ook wel nodig met die airco trouwens). Om de twee uur stoppen voor plassers en de hongerige chauffeurs. En voor ID controle af en toe, de regering wil wel weten waar de onderdanen heen gaan. Er worden ook lijsten bijgehouden wie in welke bus zit en op welk stoelnummer. Vanmorgen dus vroeg aangekomen in Mandalay. Ik ben de enige buitenlander in de bus dus de taxichauffeurs staan al voor me klaar. Uiteindelijk rijdt een trishaw (fiets met zijspan waarin twee personen met de rug tegen elkaar kunnen zitten) met mij weg. Mandalay is stoffig en druk en groter dan ik dacht. Ook hier scooters, auto's en fietsers die kriskras door elkaar rijden. Door luidsprekers worden religieuze woorden "gezongen" in verband met het volle maan festival. Vrouwen met schalen bloemen op het hoofd, veel nonnen, kaalgeschoren, in roze met witte gewaden. Na inchecken in hotel loop ik een stukje door downtown straat nummer 38. Bij Nylon Ice Cream (uit de LP) bestel ik een rainbow ijsje, drie kleuren, een beetje chemisch maar wel lekker koel. Dan maar eens een tempel bekijken, de stad staat er tenslotte vol mee. Het is warm en in de schaduw van de Eindawya Paya om de hoek kan ik een beetje afkoelen. Ik ontmoet Tojstow (dat schrijf je vast anders) die in Mandalay studeert en zijn Engels op mij oefent. Hij biedt zich aan als mijn chauffeur met zijn scooter om mij de stad te laten zien. Hij is de vierde vandaag die mij rond wil leiden en omdat het zo warm is en de stad toch wel erg groot is en hij best aardig is ga ik met hem mee. Op de gammele motorfiets met ijzeren zitting (zonder kussentje:() scheuren we tussen het verkeer door van de ene pagoda naar de andere. Allemaal net anders dan de anderen en even mooi en schitterend, met veel goud en mooie grote budhabeelden, veelkleurige budhistische schilderijen die de verhalen van de grondlegger van het geloof vertellen. Sommige zijn gemaakt van hout met prachtig houtsnijwerk met absara's (danseressen) en bloemen. Anderen hebben een grote ronde stoepa (toren) waaromheen kleinere tempeltjes en beelden staan. Maar het is soms wel net als in Italie en Spanje met de mooiste katholieke kerken waarbij je na de zoveelste toch ook een beetje verzadigd raakt.

Gisteren (nog in Yangon dus) ben ik nog naar de grote tempel Shwedagon Paya geweest. Met de bus (!) vanaf hotel, dus opstappen was een eitje. In de bus maak ik een praatje met een paar locals die me ook vertellen waar ik uit moet stappen. Ik loop mee met Nila. Hij wijst me de weg naar boven en leidt me rond. Het is een gigantisch tempelcomplex, een bedevaartsoord voor budhisten uit heel Myanmar. Families met picknickspullen, de gebruikelijke winkeltjes met religieuze attributen op de weg naar boven. Birkies inleveren. De tegels in de zon branden onder mijn blote voeten. Er is een groepje giechelende schoolmeisjes in groene rokken en smetteloze witte blousjes. De gigantische pagoda schittert in het licht van de "koperen ploert"(quote Oscar). Door een verrekijker kun je de punt, versierd met krullen en andere goudsmeedkunst beter bekijken. Wauw, mooi zeg. Op zoek naar de juiste uitgang (waar mijn birkies worden bewaard) verdwaal ik in de 'backstage' van Shwedagon. Hier leven de monnikken dus. Ze rusten, hangen oranje-bordeauxkleurige was op en ontvangen familie en vrienden. Verder naar beneden betrap ik een paar jonge monnikken op een spel met schijven die door een gat moeten worden 'gesjoeld' en waarbij geld wordt ingezet. Hahaha. Monnikken doen me denken aan katholieken: eigenlijk mogen ze niet gokken en vlees eten, maar ondertussen.... Vanavond maar weer mediteren dan. Ik vraag naar de gele bus die me terug kan brangen naar hotel Motherland. Ze lopen met me mee en stappen met me in. Ergens aan de andere kant van Yangon stap ik uit na een op zich interessante busrit. Hhmm, niet goed. Ik neem toch maar een taxi dan. Vervolgens van hotel naar de nachtbus en rest van verhaal ken je.
Liefs, Esther