dinsdag 28 oktober 2008

vervolg Kalaw

18 oktober, Kalaw
Kalaw is een stadje tegen een heuvel aan. Voor mijn hotel staat een bling-bling tempel die met goud en glas is beplakt dat glinstert in de zon. De jonge monnikjes zijn achter het gebouw aan het vliegeren met zelfgemaakte vliegers. Verderop is nog een klooster. Op de trap zitten een paar jonge gasten te lachen als ik aan kom lopen. Buitenlanders zijn hier iets zeldzaams en volgens mij ben ik de enige in de stad nu. Ik doe mijn birkies uit en loop de trap op en het klooster in. Het is er lekker druk en iedereen kijkt op als ik, blanke exoot, binnen kom lopen. Een paar vrouwen gebaren me te gaan zitten en brengen me thee. Meer mensen schuiven aan. Meiden lachen verlegen als ik ze aankijk. "Where you from?" durft er eentje. Er wordt me een dienblad met oploskoffie (zijn ze hier gek op, kun je in vele smaken in alle winkeltjes kopen) en zoete pinda's toegeschoven. Om het ijs te breken haal ik mijn camera te voorschijn. De truc met het LCD-scherm waarop ze zichzelf en hun vrienden kunnen zien, werkt ook hier. Nu wil iedereen dus op de foto. Met behulp van de woordenboek pagina's in de LP hebben we een soort gesprekje. Mijn uitspraak van het fonetisch Burmees werkt op hun lachspieren. En ook zinnen als "Wat is de prijs van deze kamer?" en " Ik wil hier graag twee nachten blijven slapen" zijn grappig in deze context. Na nog een koffie met koekjes en het vertonen van de foto's van Cambodja en Laos, neem ik afscheid van mijn nieuwe vrienden en loop ik verder. Bij een stalletje waar betelnoot wordt verkocht maak ik een praatje met de verkoper. Betelnoot is een soort bruin met rode noot die in stukjes wordt gehakt en met een witte pasta in een blad wordt gerold. Vervolgens stop je dit achter je kiezen links of recht in je mond om er af en toe op te kauwen en zuigen. Het rode vocht dat dan ontstaat spuug je met kracht op straat. Als je net in Myanmar bent en deze 'snack' niet kent denk je dat er hier een nare ziekte heerst waarbij mensen bloed ophoesten. De man vraagt of ik het ook eens wil proberen. Ok dan, kom maar op. Ik stop het pakketje in mijn mond en begin te kauwen. Het is een beetje zurig en zoetig, niet echt vies een beetje zoethoutig ook. Ze lachen om mijn gezichtsuitdrukking, alsof ik voor het eerst een sigaret rook. Ik spuug een rode rochel op straat. Hahaha. Het is blijkbaar niet de bedoeling om zo hard te kauwen ik heb allemaal kleine stukjes in mijn mond. Het goedje heeft een licht verdovende werking op mijn tandvlees. Ik spuug de korrels toch maar weer uit. Terug in hotel geen stroom. " Six o'clock again" zegt de eigenaar.
liefs, Esther

zondag 26 oktober 2008

Reizen is geen vakantie



18 oktober, Kalaw
Heb net een Indiaas ontbijt achter de kiezen. Een koude chapati met een lekker groenteprutje en daarbij een soort appel die geen appel is maar een soort hardere variant met veel pitjes. Middenin de nacht uitgeput aangekomen hier na een lange, lange reisdag met lokaal vervoer. Mijn plan was om naar Kalaw te reizen in 1 dag en volgens mijn berekeningen moet dat met lokaal vervoer makkelijk kunnen. Ik houd echter te weinig rekening met de factor 'lokaal'. Vanuit Pyin U Lwin vertrokken in een nog redelijk luxe share taxi. Om 12 uur, een uur later dan voorspeld, komen we aan op het busstation van Mandalay. Mij wordt verteld dat de eerstvolgende bus naar Thazi (waar ik over wil stappen op een truck naar Kalaw), pas om 18 uur vertrekt. Ik besluit te reizen via Meiktilla waarvoor een bus om 13 uur vertrekt. "No good, no airco inside" waarschuwen ze me nog. Maar ik heb mijn besluit al genomen. De bus blijkt een sauna. Het foam van de stoelen steekt door de gaten in het grijze nepleer. Ik betaal blijkbaar te veel en krijg daarom de 'royale' bank naast de chauffeur toebedeeld. De scheuren in de voorruit zijn met zwarte kit dichtgesmeerd maar daaromheen heb ik wel een mooi uitzicht. Achter mij wordt de bus volgepropt door de gehaaide proppers die aan de Spaanse kust rijk zouden kunnen worden. Een scooter wordt op het dak gehesen en stevig vastgemaakt (want we gaan schudden). En ik ga er de lol wel van inzien. Als toerist ben ik maar verwend tot nu toe met aircobussen. Dit is het echte werk, zo reizen de mensen uit Myanmar. Met slechts een uur vertraging vertrekken we om 14 uur, regelmatig stoppend om nieuwe passagiers en hun vracht op te pikken. Het is zooo warm... Door de gaten in vloer zie ik de weg onder ons doorkruipen. Maar zo onderweg heb je wel tijd om je gedachten te laten gaan over Myanmar. Er hangt hier iets in de lucht waar ik mijn vinger niet op kan leggen. Ik heb me natuurlijk voor mijn reis ingelezen over de situatie hier. De regering die de mensenrechten schendt door geen gehoor te geven aan verkiezingsuitslagen, het oppakken van mensen die het openlijk niet met de regering eens zijn, het toepassen van dwangarbeid en censuur en er zijn toeristen die om deze redenen niet naar Myanmar gaan. Maar als je hier bent merk je eigenlijk weinig van de wantoestanden. Het leven gaat hier gewoon door. De mensen zijn arm en zitten echt te wachten op toeristen om een beetje geld te verdienen. Ze zijn arm maar lijken gelukkiger dan in Laos en Cambodja en proberen er echt iets van te maken
In plaats van om 16 uur komen we om 18 uur aan in inmiddels donker Meiktilla. Hier kan ik overstappen op een pick-up die in vijf uur naar Kalaw rijdt. Ik loop mee met de gast die me uit de bus heeft geplukt en er al met mijn koffer vandoor is. Als hij met het houten bankje met de krappe beenruimte achterin aanwijst wat voor de komende uren mijn zitplaats moet zijn, sputter ik toch maar even tegen. "Know way", zeg ik, ik blijf wel in Meiktilla slapen dan. Ik wil alleen mee als ik voorin kan zitten, naast de bestuurder. Die plek is al bezet dus dat wordt dan de volgende pick-up die een half uur later vertrekt. Blijkt later dat die ook nog even bij een kippenboerderij langsgaat om honderd kippen in manden op te halen. Gaat u nog maar even zitten. Ik ben moe... Zo moe van al dat reizen. Na een lange, lange rit door een donkere avond waarbij de koplampen van tegenliggende Japanse trucks kaarsrecht fel in mijn gezicht schijnen om de 500 meter en ik tussen een dikke dame en het portier een slaaphouding probeer aan te nemen kom ik om 1 uur snachts aan in Amari guesthouse. niet de gewenste lokatie maar ze waren de enigen die om 12 uur snachts de telefoon nog opnamen toen ik in een wegrestaurant aankondigde dat ik onderweg was. Na inchecken heerlijk geslapen vannacht. Vandaag beetje rondwandelen door Kalaw op 1320 meter hoogte op het Shan plateau. Morgen met een gids door de omgeving trekken en kleine dorpjes bezoeken.
liefs Esther

donderdag 16 oktober 2008

Economische crisis, ook hier

16 oktober, Pyin U Lwin
Ik ben nu twee dagen in dit stadje in de bergen, zeventig kilometer van Mandalay. Het is hier lekker koel, met 25 graden. Ik zit tegenover de markt waar eetstalletjes druk bezocht worden. Indiase, Chinese en Burmese gerechten vinden gretig aftrek. Trucks volgeladen met mensen en goederen rijden af en aan hier, op weg naar Mandaly of China. Mensen kijken nog steeds ietwat verbaasd naar mij maar als ik glimlach lachen ze altijd terug. Net nog werd ik aangesproken door de eigenaar van een hadwerkwinkeltje aan de overkant. Hij zei dat ik van harte ben uitgenodigd om zijn shop te komen bezoeken. Gisteren ben ik om negen uur Mandalay ontvlucht. Het was me daar te heet, te druk en te stoffig. Veel vuurwerk (strijkers!) ook in verband met het moonfestival dat nog een paar dagen duurt. Ik heb het niet zo op knallers dus 's avonds binnenblijven. De gedeelde taxi is hier een ware luxe. Met slechts twee Indiers deel ik de achterbank. Voorin naast de bestuurder een vrouw met een gepedicuurde linkerhand: lange nagels in rood en blauw met glitters. Zij hoeft vast niet te koken thuis, hahaha. Het Gracehotel I is een kleurrijk statig gebouw met een vrolijke bloementuin aan de rand van Pyin U Lwin. Ik word ontvangen door een van de Indische familieleden en kies een van de grote kamers. Luxe met heet water, twee bedden, een tafeltje en een televisie met Thaise en Burmese zenders. De tuinman begint een praatje met me en vertelt over de stad. Op een krakkemikkig huurfietsje ga ik op verkenningstocht uit. Het zijn hier de Britten die hun koloniale stempel een eeuw geleden op het gebied hebben gedrukt. Overal Engelse herenhuizen, soms al vervallen, anderen in prima staat. Allemaal hebben ze een gezellig kleurtje. In het centrum staat een oude Engelse klokkentoren, ooit kado gedaan door de Engelse koningin, een miniatuur van de Big Ben waarop de tij stil staat. Ik beland met behulp van de LP op het terras van Golden Triangle Bakery. Ze hebben Italiaanse koffies en ik smul eindelijk weer eens van een cappucino (met kaneel!). De deur van de keuken staat open en ik maak een praatje met de chef die koekjes staat te bakken. Na nog wat rondfietsen en internetten is het toch tijd om iets te gaan eten maar mijn maag draait zich om bij de gedachte. Ik voel me niet helemaal fit en het borrelt in mijn darmen. Spetterpoep ondaks de drie bananen die ik iedere ochtend als ontbij eet. Toch maar naar het Indiase restaurant dat me door de tuinman is aangeraden. Het restaurant met de veelbeloven de naam 'Krishna Indian Restaurant' blijkt geen goede keus: In een hoekje zit een vrouw van middelbare leeftijd continu te hoesten, een paar snotneuskinderen jammeren en het stinkt. In een hoek staat een tv waarop een hindu ceremenie veel aandacht krijgt maar ik als enige betalende klant wordt na opname van mijn bestelling praktisch genegeerd. Ik heb het warm maar de bestelde lassi van yoghurt en banaan krijg ik pas na twintig minuten en wordt lauw en met klontjes geserveerd. De snel op de markt gekochte chapati's worden inmiddels koud en klef geserveerd en de bijgeleverde prutjes vertrouw ik ook niet. Ik reken af, lach toch maar een beetje en probeer terug bij Golden Triangle Bakery een pizza naar binnen te werken. Op het terras ontmoet ik Hari, een Indische filmmaker uit Bombay die hier een film gaat maken over een Burmees. Gezellige gast waarmee ik lekker over favoriete films kan praten. Leuke avond.
Vandaag met scooter en gids/chauffeur Samuel aan het touren geweest. Na een vermoeiende nacht (stoelgang, knalvuurwerk, rochelende buren) om negen uur vertrokken. Eerst wat dollars voor een goede koers omruilen voor Myanmarse Kyat. Maar de economische crisis werkt hier ook door en ik ben niet zo slim bezig geweest. In Yangon had ik een paar dagen geleden mijn dollar voor 1300 Kyat per stuk kunnen omwisselen op straat. Ik vertrouwde het niet. In Mandalay zakte de prijs naar 1190, wat ik niet accepteerde. Dom, dom, dom. Een dag later boden ze me in Mandalay 1180, ook niet gedaan, ik dacht dat kan beter. Gisteren de markt op. Ze boden 1170 wat ik verontwaardigd weigerde dus. En nu mijn Burmese geld bijna op is moet ik wel wisselen. De koers is 1160 (voor mijn laatste 100 dollar biljet). Voor de vijf briefjes van twintig ontvang ik slechts 1140 per dollar. Al met al dus een verlies van 30.000 Kyat in slechts vijf dagen (= ongeveer 20 euro op 200 dollar). Voor mij persoonlijk niet zo heel veel geld maar als ik bedenk wat een Burmese familie hier mee kan doen...
De scooter van Samuel, comfortabel, brengt me naar twee watervallen waar families (nog steeds moonfestivalvakantie) een dagje doorbrengen en kinderen zwemmen. We bezoeken een fantastische grot waarin een stenen wandelpad langs kitcherige beelden leidt die verhalen uit het leven van de man met de lange oren vertellen. Ik begin er al een paar te herkennen: het verhaal van de uitgemergelde budha die een paar jaar leefd van lucht en mediteren, de geboorte van budha, de rijke handelsman die alles opgeeft en monnik wordt. Op een terrasje bestel ik een gemberthee wat volgens de Indiers helpt tegen maagkwaaltjes. We rijden weer verder en ik laat Samuel stoppen bij een schattig teakhouten kloostertje in een klein dorpje. Binnen spelen twee burmese katten en terwijl ik een foto maak komt de oude monnik die hier 'chief' is naar me toe. Hij nodigt me uit in zijn kamertje en vraagt waar ik vandaan kom. Hij zegt dat 'ie heel blij is dat ik gekomen ben. De dementerende man die een aantal keer in herhaling valt in ons gesprek, wil alles weten over Holland. Hij spreekt redelijk Engels en we praatten wat over zijn geloof. Samuel en ik bezoeken ook nog een Chinese tempel. Redelijk nieuw nog en een beetje in een Eftelingstijl gebouwd met een uitkijktoren versierd met gekleurde bolletjes. Hier ook de dikke lachende budha die ik herken uit Vietnam en waarvan ik een miniatuur in mijn portemonne heb (thanx Karin) die mijn eigendommen beschermd. We lunchen in een smetteloos wit betegeld veganistisch Chinees restaurant waar het eten dat in een vakjesbord wordt geserveerd prima smaakt. Na de lunch rijdt Samuel me nog langs een aantal Brits koloniale panden, die nu door de overheid gebruikt worden als hotel en als logeerverblijf voor 'belangrijke' militairen. Het Candagraig hotel waar ook toeristen kunnen overnachten lijkt een locatie uit een Engels kostuumdrama. Rode stenen, teakhouten meubilair, oud-Engelse kussens. Een gigantische oprijlaan, een bloeiende tuin achter een gietijzeren hek. Een plaatje. De overige locaties zijn er slechter aan toe. In het voormalige Cherry Hotel krijgen we een rondleiding van de bewaking. Het ruikt er muffig en de vloerbedekking is aan vervanging toe, er moet geschilderd worden en de tuin moet aangepakt. Onder andere. Mijn handen jeuken als ik dit zie. Als ik zo'n pand had zou ik hier een fantastisch hotel van maken! Ok, ik ben inmiddels wel verzadigd met locaties bezoeken en plaatjes schieten. Er is zo veel te zien voor een dag. De botanische tuin moet maar wachten tot morgen. Ik wil even rust nu, het is tenslotte vakantie!
Liefs, Esther

Koningssteden

14 oktober, Mandalay/Amarapura
Ik zit op een bankje halverwege de 1200 meter lange teakhouten U-Bein brug die de oever verbind met het eiland waarop de koningsstad Amarapura ligt. Er waait een lekker briesje over het Thangthaman meer. Het is vandaag een feestdag (volle maan in oktober) dus is het hier erg druk met Burmese dagjesmensen. Heerlijk wandelen hier met prachtig uitzicht over het meer waar vrouwen tot de middel het water in gaan om te vissen. Verderop brengen een soort gondelroeiboten, vrolijk geschilderd, waar de stuurmannen achterop het dek staande roeien, passagiers langs de brug naar de overkant. Het begint al te schemeren, een rozeoranje hemel tussen de wolken door. Ben vandaag op pad met Manju en zijn schrootroestbak (die in Nederland nog door de pakjespersers geweigerd zou worden, hahaha). Een met vele lagen verf en roest bedekte blauwe Mazda van 48 jaar oud. Met touwtjes en lasjes aan elkaar gehouden. Mijn stoel naast de bestuurder is gemaakt van waslijn waar speciaal voor mij een oude sarong overheen is gedrappeerd. De ramen aan de zijkant ontbreken en in de voorruit zit een dikke barst over de hele breedte (maar slechts twee kleintjes haaks daarop). Het gat in de deur aan mijn kant is dichtgeplakt met een stevig stuk karton. Met een tinnen schenkkannetje vult Manju de olie/koelvloeistof/brandstof bij. Let's go! Er zijn een aantal oude koningssteden in de omgeving van Mandalay die ik vandaag ga bekijken. We beginnen met Sagain, een heuvel waar vijfhonderd stoepa's zijn en zesduizend monnikken en nonnen wonen. Ik word eerst nog even bij een toeristisch aandoend handwerkplaatsje afgezet, mooi hoor die wandkleden en theaterpoppen maar, sorry, mijn koffer is al vol, en vervolgens rijden we de stad uit. Voor de brug naar Sagain vraag ik de chauffeur even te stoppen. Er liggen een aantal vrachtscheepjes aangemeerd hier en het uitzicht over het water en de heuvel aan de andere kant is fenomenaal. Ik schiet snel wat plaatjes met ook de schepen en de mannen op de kade er op. Altijd lachen met die scheepslui. We rijden over de brug, tol betalen, naar de overkant. Aan de voet van de heuvel stap ik uit. Een lange (lange) trap voert hier naar boven. "Only ten minutes" zegt Manju. En hij wacht wel beneden tot ik terug ben. Tien minuten worden twintig maar ik krijg gezelschap van een paar ook puffende dames die onderweg naar boven met mij op bankjes af en toe uitrusten. Vanaf boven een mooi weids uitzicht over de heuvel en de gouden stoepa's en kloosters. De tempel hier is kleurrijk in roze, geel, groen, blauw , rood en oranje. Ik loop met de dames een rondje, maak wat foto's en weet dan het juiste pad terug te vinden. Een paar jonge monnikken op de trap moeten lachen als ik voorbij loop. Ik geef ze lik op stuk en leg ze vast op de gevoelige plaat. Op mijn teken leggen ze keurig hun handen tegen elkaar als ware vrome budhisten. Manju en ik kachelen verder naar de volgende voormalige koningsstad, Inwa, door de Burmezen Ava genoemd. De stad is gevestigd op een eiland waar we met een bootje naartoe varen. Op de kade staan de koetsjes met paarden al klaar. Ons paard ziet er goed gevoed, stevig, uit dus ik stap met een gerust hart op de bok. Het wordt een boeiende rit over hobbelige paadjes langs kleine dorpjes waar de mensen me toe lachen en een groen landschap met werkbuffels. Hier en daar zie je de overblijfselen van de oude stad terug in mooie roodbruine stenen ruines. Bij een oude wachttoren stoppen we. Ik mag de toren beklimmen terwijl het brave oververhitte paardje even rust krijgt. Het is hier superstil en ik kan tot over het hele eiland kijken. We rijden verder, maken het rondje af. Naast mij ratelen de grote wielen over de keien. Af en toe zwaar voor de lieve viervoeter, zijn vacht is nat. Terug in de 'auto' waarmee we verder rijden langs nog een tempel en een toeristenwinkeltje (commissie?) naar Amarapura of eigenlijk naar de brug die naar deze oude stad voert. Ik slenter nog wat over de brug, het lijkt te gaan regenen, en loop terug voor ik helemaal aan de overkant was.
Liefs, Esther

woensdag 15 oktober 2008

Censuur?

15 oktober
Lieve lezer,
Zoals je merkt zit er wat vertraging in mijn berichtgeving. Ik schrijf iedere dag in mijn dagboek en probeer dit regelmatig online te krijgen maar het is hier in Burma soms lastig om werkend internet te vinden. Bovendien is mijn weblog vaak geblokt (de meest gehaaide internetcafeehouders weten via omwegen mij toch toegang te verlenen). Boven mijn bericht zet ik altijd de dagboekdatum (dus dan weet je wat ik bedoel met 'vandaag' of 'gisteren').
Foto's uploaden is in Burma onbegonnen werk, te trage verbinding, ik blijf het proberen en anders komt dat weer over twee weken.
Veel leesplezier, ik ben weer benieuwd naar je reacties.
Liefs, Esther

Van Yangon naar Mandalay

Mandalay, 13 oktober
Mandaly, alleen de naam al, Mandalay Mandalay Mandalay, doet me denken aan sprookjes. Ik ben vanmorgen vroeg aangekomen hier. Na een lange vermoeiende busreis door de nacht. Achter mij een familie die gezellig de hele nacht door zat te klessebessen en waarvan een man het nodig vond om om de tien minuten een lange rochel op te hoesten om deze vervolgens in een plastic zakje te spuwen. Sjaal maar iets hoger omgeslagen dus (ook wel nodig met die airco trouwens). Om de twee uur stoppen voor plassers en de hongerige chauffeurs. En voor ID controle af en toe, de regering wil wel weten waar de onderdanen heen gaan. Er worden ook lijsten bijgehouden wie in welke bus zit en op welk stoelnummer. Vanmorgen dus vroeg aangekomen in Mandalay. Ik ben de enige buitenlander in de bus dus de taxichauffeurs staan al voor me klaar. Uiteindelijk rijdt een trishaw (fiets met zijspan waarin twee personen met de rug tegen elkaar kunnen zitten) met mij weg. Mandalay is stoffig en druk en groter dan ik dacht. Ook hier scooters, auto's en fietsers die kriskras door elkaar rijden. Door luidsprekers worden religieuze woorden "gezongen" in verband met het volle maan festival. Vrouwen met schalen bloemen op het hoofd, veel nonnen, kaalgeschoren, in roze met witte gewaden. Na inchecken in hotel loop ik een stukje door downtown straat nummer 38. Bij Nylon Ice Cream (uit de LP) bestel ik een rainbow ijsje, drie kleuren, een beetje chemisch maar wel lekker koel. Dan maar eens een tempel bekijken, de stad staat er tenslotte vol mee. Het is warm en in de schaduw van de Eindawya Paya om de hoek kan ik een beetje afkoelen. Ik ontmoet Tojstow (dat schrijf je vast anders) die in Mandalay studeert en zijn Engels op mij oefent. Hij biedt zich aan als mijn chauffeur met zijn scooter om mij de stad te laten zien. Hij is de vierde vandaag die mij rond wil leiden en omdat het zo warm is en de stad toch wel erg groot is en hij best aardig is ga ik met hem mee. Op de gammele motorfiets met ijzeren zitting (zonder kussentje:() scheuren we tussen het verkeer door van de ene pagoda naar de andere. Allemaal net anders dan de anderen en even mooi en schitterend, met veel goud en mooie grote budhabeelden, veelkleurige budhistische schilderijen die de verhalen van de grondlegger van het geloof vertellen. Sommige zijn gemaakt van hout met prachtig houtsnijwerk met absara's (danseressen) en bloemen. Anderen hebben een grote ronde stoepa (toren) waaromheen kleinere tempeltjes en beelden staan. Maar het is soms wel net als in Italie en Spanje met de mooiste katholieke kerken waarbij je na de zoveelste toch ook een beetje verzadigd raakt.

Gisteren (nog in Yangon dus) ben ik nog naar de grote tempel Shwedagon Paya geweest. Met de bus (!) vanaf hotel, dus opstappen was een eitje. In de bus maak ik een praatje met een paar locals die me ook vertellen waar ik uit moet stappen. Ik loop mee met Nila. Hij wijst me de weg naar boven en leidt me rond. Het is een gigantisch tempelcomplex, een bedevaartsoord voor budhisten uit heel Myanmar. Families met picknickspullen, de gebruikelijke winkeltjes met religieuze attributen op de weg naar boven. Birkies inleveren. De tegels in de zon branden onder mijn blote voeten. Er is een groepje giechelende schoolmeisjes in groene rokken en smetteloze witte blousjes. De gigantische pagoda schittert in het licht van de "koperen ploert"(quote Oscar). Door een verrekijker kun je de punt, versierd met krullen en andere goudsmeedkunst beter bekijken. Wauw, mooi zeg. Op zoek naar de juiste uitgang (waar mijn birkies worden bewaard) verdwaal ik in de 'backstage' van Shwedagon. Hier leven de monnikken dus. Ze rusten, hangen oranje-bordeauxkleurige was op en ontvangen familie en vrienden. Verder naar beneden betrap ik een paar jonge monnikken op een spel met schijven die door een gat moeten worden 'gesjoeld' en waarbij geld wordt ingezet. Hahaha. Monnikken doen me denken aan katholieken: eigenlijk mogen ze niet gokken en vlees eten, maar ondertussen.... Vanavond maar weer mediteren dan. Ik vraag naar de gele bus die me terug kan brangen naar hotel Motherland. Ze lopen met me mee en stappen met me in. Ergens aan de andere kant van Yangon stap ik uit na een op zich interessante busrit. Hhmm, niet goed. Ik neem toch maar een taxi dan. Vervolgens van hotel naar de nachtbus en rest van verhaal ken je.
Liefs, Esther

zaterdag 11 oktober 2008

Ik ben er!



Yangon, 11 oktober
Het is een andere wereld. Heet, stoffig, druk. Mannen dragen 'longi', lange geblokte rokken. Veel burmesen hebben hun gezicht ingesmeerd met 'thanaka' een soort witte hars dat werkt als zonnebrand, parfum en huidverzachtende creme. Ik loop van mijn hotel richting Sule Pagoda. Op straat rijden volgeladen gammele Japanse trucks, oude auto's, bussen uit de jaren '50 (!) en fietstaxi's waar twee mensen met de rug tegen elkaar naast de chauffeur kunnen zitten. Het is erg warm en heel druk. Allerlei kraampjes met eten en huishoudelijke artikelen langs de weg. De vele monnikken, ook hier, dragen bordeauxkleurige mantels. Hier en daar zie ik ook nonnen. Oudere magere vrouwen met kaalgeschoren hoofd in wit en roze kleden. De weg is slecht met veel gaten zoals in Cambodja. De regering houdt het geld liever in eigen zak. De mensen kijken me vriendelijk aan als ik voorbij wandel. Af en toe hoor ik een 'hello' en vraagt iemand waar ik vandaan kom of waar ik naartoe ga. En dan uit interesse, niet om iets te verkopen. Bij een lokaaltje dat op een bar lijkt stop ik om iets te drinken. Een jongen die redelijk Engels spreekt verteld me dat ik voor de Sule Pagoda de verkeerde kant op ben gelopen. Ik neem de bus terug. Nou ja, dat klinkt makkelijker gezegd dan gedaan. Bussen zijn er hier in verschillende soorten en maten. Je hebt een soort Japanse trucks waar in de achterbak bankjes zijn gemaakt (zoals in Laos) maar die helemaal vol gestouwd worden waar ook staanplaatsen aan de achterkant zijn gemaakt (zeg maar zoals bij ons de mannen van de vuilniswagen een staplaats hebben, maar dan hier met meer mensen) waarbij je je aan een stang vast kunt houden tijdens het rijden. En er zijn 'echte' bussen waarbij de stoelen verwijderd zijn zodat er meer mensen in kunnen. In zo'n bus ga ik. Zweten dus. We worden als vee door een soort conducteur naar binnen geduwd waarbij er netzolang gepropt en geschoven wordt zodat iedereen een st- of hangplek heeft. Vervolgens de schone taak voor de conducteur om in de bus bij iedereen 100 Kyat te innen. De held. Te vroeg stap ik uit de bus. Lastig orienteren hier zonder straatnaambordjes. Maar nu ben ik dan toch in de Sule Pagoda. Een 200 jaar oude achthoekige gouden stupa in het hart van downtown Yangon. Rondam de stupa een cirkel van kleinere kamertjes, gouden torentjes, gouden Bhudabeelden, boedhistische tekeningen en andere relikwieen. Hele families komen hier (vaak met meegebrachte lunch) en bidden, rusten, offeren en netwerken hier een poosje. Een oude bonkige monnik ligt in een hoekje in de schaduw te slapen. Geofferde bloemen worden gerangschikt en krijgen vers water. En er wordt gezegd dat ergens in de stupa een haar van Budha ligt... Na een poosje rondhangen loop ik verder door de stad om de broeierige sfeer te proeven. De Indiase meneer van de bioscoop waar ik langs loop verteld zo enthousiast over de net begonnen film dat ik besluit een kaartje te kopen. Twee uur lang Indiase-fantasy-musical. Lachen! Na de film kom ik Olga weer tegen met wie ik vanmorgen ook in het vliegtuig zat en samen drinken we een fruitshakeje in een hip typisch expat tentje en verderop thee en koffie in een typisch burmees theehuis waar een medewerker zijn Engels op ons uitprobeerd. Lachen! Ik geef hem de schoolposter die ik net gekocht heb waarop de namen en plaatjes van fruit staan in Burmees, Chinees en Engels. Kunnen ze mooi oefenen! 's Avonds op terras van hotel nakletsen met andere reizigers.
Liefs Esther
ps foto's laden lukt hier niet, misschien later

vrijdag 10 oktober 2008

Terug in Bangkok

Vervolg 8 oktober, Bangkok
Een hoertje kijkt verveelt om zich heen. Ze heeft ook wel een heel saaie Engelsman uitgezocht die zo te zien aan zijn ogen al een snufje te veel heeft gehad. Een oud mannetje probeert zijn vliegers te verkopen, een paar knappe ladyboys lopen voorbij, roze taxi's door te kleine straatjes, goedkope hippe kleren, tassen en tweedehands Lonely Planets worden op straat verkocht en op elke hoek is een seven-eleven. Ik kom er al weer helemaal in met mijn fruitshake van mr Jim. Bangkok, hier ben ik dan al weer. Na aankomst serieus werk gemaakt van vinden van leuke goedkope kamer. Maar als ik de peeskamertjes, vaak op vierhoog achter, putlucht en gedeelde rotte badhokjes zie, ren ik toch weer terug naar good-old Erawan House (thanx nog, Rutger). Ik geloof zelfs dat ze me nog herkennen. Na inchecken op naar de ambassade. Het ideale vervoermiddel is de boot over de Ma Nam Chao Phraya die van de ene steiger naar de anderen vaart. Sneller dan door over de weg, lekker koel briesje en goedkoop. Het is weer warm in Bankok, 34 graden en een hoge luchtvochtigheid dus het zweet druppelt over mijn rug. Na afstappen een paar straatjes doorlopen. Mijn plattegrond is niet erg duidelijk en ik loop door een buurtje met oud-ijzer bedrijfjes. Mannen zijn tussen grote stapels oud ijzer, metaal aan het bewerken en motoren aan het repareren. Het lijkt me super zwaar zo op de grond te zitten met wat gereedschap en al die oude buizen, platen en andere onderdelen van weet ik wat en dat dan met deze hitte! Na nog een poosje lopen kom ik bij het kantoortje van Myanmar. Hier een paar formulieren invullen, kopie paspoort, twee pasfoto's, en dat dan inleveren bij de gebruikelijke fronsende gezichten achter de balie. Maar alles gaat toch nog vrij vlot en vrijdag kan ik mijn paspoort gestickerd en gestempeld ophalen. Yes! Terug naar hotel om ticket naar Yangon te boeken nu. Zaterdag ga ik!
Liefs, Esther

Sabaidy Laos

8 oktober, in de wolken
Ik vlieg boven een prachtig sneeuwlandschap van wolken onder een helderblauwe hemel. Sabaidy Laos, land van monnikken, waterbuffels, laap en Beer Lao. Ik houd van dit gekke land. Waar tuktuk chauffeurs altijd lachen, buffels het stof van zich af zwemmen, waar je wordt begroet door kinderen die met hun parasols in de hand naar school fietsen, waar vrouwen om vijf uur opstaan om rijst te koken voor de monnikken die om zes uur langslopen, waar je uren kunt wandelen door jungle of dorpjes. Laos is in ontwikkeling, dat merk je overal. Er komen meer toeristen, er is internet, monnikken hebben een mobiel en iedereen kijkt (buitenlandse) televisie. Ik vrees voor de invloed van Chinese en westerse opkopers die hier fabrieken en luxe ressorts bouwen of rubberplantages aanleggen. Ik wens de bevolking ontwikkeling en rijkdom toe op een eerlijke manier, waarbij het landschap en de cultuur zo veel mogelijk intact blijft.

Vanmorgen vroeg opgestaan (wekker 5.15) om de monnikken te zien in hun ochtendronde met hun metalen schalen waarin ze hun voedsel voor die dag in verzamelen en bewaren. Mannen en vrouwen zitten klaar met kleefrijst, groente, fruit en bloemen om in iedere schaal een handje te stoppen.
Om zes uur keer ik terug naar het guesthouse waar Pon al in zijn tuktuk op mij wacht om mij naar het vliegveld van Luang Prabang te brengen. Nu dus onderweg naar Bangkok. Hoop dat ik snel mijn visum voor Burma kan regelen en een vlucht kan boeken naar Yangon.
Liefs, Esther

donderdag 9 oktober 2008

Ijskoffie

7 oktober, Luang Prabang

In cafe Sinouk hebben ze alleen koffie en thee. Maar wel hele goede! Ik bestel een ijskoffie. Vanaf het kleine terras op de 1e verdieping tegen de heuvel met de pagoda aan (waarin de voetprint van Budha is gedrukt, maar die heb ik al eens gezien) heb ik uitzicht over de hoofdstraat waar net een meisje met een kar met fruit voorbij loopt. Gisteren nog flink geld uitgegeven op de markt (you buuuuuyyyyy? Lucky for me? De biljetten waarmee ik betaal worden uitgewapperd over de handelswaren voor meer verkoopgeluk voor de rest van de avond. Met volle tassen keer ik terug naar mijn kamer. Ik ga uit eten met Heather, Dan en nog een aantal toeristen uit verschillende landen en dat in een Indiaas restaurant. Lekker multiculti, goed en gezellig.

Vandaag dagje niks doen, beetje rondwandelen, misschien nog wat souvenirs scoren en dan tas inpakken en afscheid van Laos nemen. De ijskoffie is op, afrekenen nu.

Liefs, Esther

woensdag 8 oktober 2008








6 oktober, Luang Prabang

We komen mooi op tijd aan in Luang Prabang gisteren. Voor vier uur dus nog tijd om rustig een guesthouse uit te zoeken. Ik houd van de sfeer in deze oude stad. De Fransen hebben ook hier hun sporen achtergelaten in de koloniale houten panden. Boetiekjes, restaurants en guesthouses zijn het nu. Maar ondanks de hordes toeristen die hier rondlopen en alle bedrijvigheid van de lokale bevolking om geld aan hen te verdienen, is het toch echt klassiek oud Laos waarin je je hier waant. Vele tempels en hun fotogenieke monnikken, overal op straat in hun oranje kleden met hun parasols en vierkante schoudertassen. Je kunt hier eindeloos slenteren langs de Mekong aan de ene kant en de Nam Khan an de andere en door de straatjes langs tempels, de antieke oude panden van donker hout en met gekleurde luiken. En dan natuurlijk de markt, ooh de markt van Luang Prabang! Het begint rond een uur of vijf. Kleden worden uitgespreid waarboven partytenten (azie-stijl) tegen regen. Er worden lampjes opgehangen en de waren worden in keurige stapeltjes en rijtjes uitgestald. Trots prijzen de Lao hun, vaak eigen, handwerk aan. T-shirts bedrukt met budha's en teksten in Lao, tassen en tasjes, jurkjes en rokjes (!), schattige geborduurde olifantjes, souvenirs voor jou (een asbak?), ik kan het allemaal niet weerstaan. Als je hier bent moet je wel kopen. Het is mooi, schattig, bijzonder en goedkoop. Ruimtegebrek in mijn koffer houdt me tegen. Maar misschien dat het postkantoor uitkomst biedt?

Ik zit nu aan de oever van de Mekong. t' Is ongeveer drie uur en super warm. Ik drink een sterke bak gemberthee. Verderop meert een nieuwe bootlading toeristen aan. Ik blijf hier nog twee nachtjes. Het vliegtuig naar Bangkok voor morgen is al vol dus ik ga woensdag terug naar Thailand en hoop daar vlot mijn visum voor Myanmar te kunnen regelen. Gisteravond met Heather en Dan op pad geweest. We zijn terecht gekomen in naar mijn mening de beste eetlocatie van Luang Prabang: het straatje met de eetstalletjes (weet je nog Oscar, voorbij de cakejes de bocht om). Bbq-es met kip en vis tussen bamboe, huisgeknipte noedels met supersoep waarbij je zelf uit een plastic mandje de groentevulling plukt, springrolls (verse en gebakken). En het smaakt verrukkelijk. We gruwelen nog even na bij de stalletjes met koeietongen, kippehersenen, bloedworstjes, overjarige eieren en varkenskoppen. En vragen ons af wat het plakkerige gekleurde spul is dat een meisje aan locals weet te slijten als warme broodjes. Na de maaltijd een fruitshake. Je wijst hiervoor een van de plastic bekers met gemixd gesneden fruit aan dat vervolgens accuraat geblenderd wordt met ijs en cocosmelk naar smaak. Supergoed. Ook de koffieshake met oreokoekjes van Dan en Heather (bijna een liter!) is goed binnen te houden. Vanmorgen ontbeten op straat met een joekel van een baguette (thanx nog Frankrijk) met tonijn en veel groen. Laokoffietje, mmmm. Tegen lunchtijd kom ik Carter weer tegen met wie ik een fruitshakeje drink/eet (banaan en mango). Vult goed. Het eten in Luang Prabang is het beste van heel Laos wat mij betreft. Nu toch nog maar even sjoppen.
Liefs,
Esther

maandag 6 oktober 2008

twee keer varen

5 oktober, bootje op de Nam Ou, ergens tussen Non Khiaw en Luang Prabang.
De motor van het houten bootje ronkt. De stuurman zit voorin met zijn sigaret en zijn gezette vrouw die een visnet aan het haken is. Met acht Met acht ander toeristen (Tak en Leo uit China, Heather en Dan uit Engeland, Chris en nog iemand uit Duitsland en Carol en Halle uit Polen) zitten we op de houten plankjes die aan de zijkanten van de boot zijn gespijkerd. Een zeiltje van nylon rijstzakken boven ons hoofd tegen zon en regen. Het is bewolkt vandaag. Vannacht was er een storm en kletterde de regen door de bliksem heen naar beneden. Mijn bamboehutje slingerde heen en weer
maar in combinatie met het bier dat ik gisteren dronk toch heerlijk geslapen. We (Dan Heather en ik) zijn gisteren wezen vissen. Met Meng en zijn vader Ha in de boot. Op provisorische wijze wordt de moter met een touwtje aangeslingerd. Mooi tochtje tussen de bergen waar je hier en daar het roodgrijze steen ziet op de steile stukken. We varen langs een grot waar tijdens de oorlog vele Lao schuilden voor de bommen. verderop eren we aan bij een klein zandeilandje. Meng legt ons uit hoe je het vierkante werpnet moet vasthouden en gooien. Dan probeert het ook een paar keer maar heeft niet echt beet. Verderop verzamelt Ha takken en takjes en maakt een vuur. Van bamboe worden klemmen gemaakt waar even later de minuscule visjes die Meng toch nog vangt tussengeklemd worden. Roosteren maar! Het smaakt aardig (howel meer graat dan vlees, hahaha) en voor de echte maagvulling is er een korfje met sticky rice en een tros banaantjes. We toosten met "nok njok voor goed geluk met een aantal shots Lao lao. Dat tikt er altijd goed in! 's Avonds zijn we uitgenodigd op een feestje van de familie van Meng. Een nichtje gaat in Thailand studeren en dat moet gevierd worden. Of we wel twee kratten bier mee willen nemen, alstublieft. Ok dan, we willen niet onbeleefd zijn en kopen een krat Beer Lao. Aan een van de lange gedekte tafels nemen we plaats. Op tafel schalen met sticky rice, gekruid buffelgehakt, buffelbloedsoep en zakjes rauwkost. We zijn blijkbaar bijzondere gasten hoewel we het feestvarken niet echt kennen. Iedereen wil met ons op de foto en het ene na het andere plastic glas bier met ijs wordt voor ons ingeschonken (waarbij het de bedoeling is dat je het glas in een keer achterover hijst zodat de volgende uit hetzelfde glas kan drinken). Lachen! Ik ben echter niet zo'n bierdrinker en weet een aantal rondes over te slaan. Na een paar pogingen lukt het me om de gastvrouw te bedanken en weg te sneaken. Met de Duitse jongens huur ik in de plaatselijke huisbios een film waarbij ik al een beetje in slaap val. En vandaag dus onderweg naar Luang Prabang. Het is een prachtige bootrit weer langs mooie bergen en hier en daar dorpjes. Same Same but different. In de verte zie ik al meer boten die onderweg zijn naar de aanlegsteigers van Luang Prabang. De zon breekt door. We zijn er bijna.
Liefs, Esther

zondag 5 oktober 2008

Naar Non Khiaw



4 oktober, Non Khiaw

In hangmat aan de oever van de Nam Ou. Naast mij een papayaboom waar de rijpe dikke groene vruchten bijna uit vallen. Op de veranda van mijn bamboebungalow fantastisch uitzicht over de bergen aan de overkant van het water en over de oude brug die naar het dorp loopt. Verderop de steiger waar de boten aanmeren die naar dorpjes in de omgeving of naar het verder gelegen Luang Prabang gaan. Goed geslapen hoewel ik buiten mijn muskietennet vliegende insecten hoorde zoemen, krekels zingen en kakkerlakken klakken. En ik kan nog steeds niet echt wennen aan de schimmelige geur van de matrassen, kussens en dekens in veel guesthouses en ook hier. Gisteren een busdagje. Eerst de tocht van Luang Nam Tha naar Pak Mong. Heb me op het busstation in Luang Nam Tha vermaakt met toekijken hoe de bus wordt ingepakt. Vier mannen zijn bezig de lading, waaronder een flink aantal meubels, op het dak van de oude bus te krijgen. Als volleerde verhuizers duwen en trekken ze met touwen de vracht naar boven. Daar volgt dan de puzzel waar en hoe wat neer te zetten. De bus is een bezienswaardigheid op zich. Zo te zien een vierdehands exemplaar uit de jaren '70, nu in vrolijke kleuren beschilderd (restjes verf die de eigenaar nog ergens had staan?). Blauw, geel, groen, paars en rood, gezellig! Binnen skybekleding uit de jaren '90 (dus nu weer bijna hip). Het plafond bedekt met wit karton waarin hier en daar gaten zijn gemaakt voor de stereo en speakers. De karaoke show moet tenslotte wel voor iedereen duidelijk hoorbaar zijn. Ook belangrijk: het binnenklimaat. Aan het plafond zijn op strategische plekken lichtblauwe ventilatoren bevestigd waarvan een aantal ook werkt. Het wordt een boeiende rit met hier en daar hobbels en kuilen (scheef!) maar door een prachtig berglandschap, groen en hier en daar een dorpje en koeien/varkens op de weg. We lunchen in Oudomxai (een stoffige brede straat, Chinese guesthouses, marktje, mis ik niets aan zo te zien). Om 16.00 uur komen we aan in Pak Mong waar ik uitstap en de rest in de bus uitzwaai (zij gaan naar Luang Prabang). Overstappen hier op een tuktuk waarin ik aantal bekenden uit Luang Nam Tha tegenkom. In half uurtje rijden we naar het oogstrelende Non Khiaw. Het begint al te schemeren als ik de brug over loop. Op de veranda van de bungalow die ik kies zie ik nog net de laatste zonnestraal achter de bergen verdwijnen. Ik ontmoet 's avonds de buren in de bungalow naast me, Heather en Dan uit Manchester. We eten samen aan de overkant.

Liefs, Esther

donderdag 2 oktober 2008

Niet naar China

2 oktober, Niemandsland tussen Laos en China

Ik zit met vier mannen achterin een tuktuk te wachten tot we vertrekken naar Luang Nam Tha. Ik ga weer terug. Vanmorgen vroeg vertrokken met de bus die me in twee uurtjes hier bracht. Uit Laos weggaan gaat snel, formuliertje invullen, stempeltje halen. Ik vraag nog voor de zekerheid of ik verderop een visum voor China kan halen. Volgens de geuniformde mannen kan het. Een kilometer verderop zit de het glazen hok met de immigratiebalie voor China. Een aardige official vraagt me om mijn visum, ik zeg dat ik het nog niet heb en hij stuurt me naar een modern gebouwtje verderop waar ik me op de 1e verdieping mag melden. Ik loop de roodmarmeren trap op en meld me in het kantoortje met paspoort en pasfoto al in de hand. Een ook weer heel aardige jonge Chinese staat me in keurig Engels te woord. Waarom ik naar China wil en of ik niet weet dat er olympische spelen waren? Om die reden mogen er tot 17 oktober (!) geen individueel reizende buitenlanders China in. Alleen georganiseerde groepen van minimaal 5 personen of mensen die al een visum hebben van een ambassade (bijvoorbeeld van de ambassade in Vientiane). Aaaarrrgggghhhh!!! Hadden ze me dat nu niet even eerder kunnen vertellen? Waar moet ik nu heen dan? Mijn Lao visum is al afgestempeld = waardeloos = niet meer geldig. De vrouw achter de balie weet het ook niet. "Policy" zegt ze. Ja ja, nou da's mooi kut dus. Terug dan maar weer. Koffer uit de bus begin ik in de inmiddels brandende zon de weg met moderne stenen Chinese gebouwen af te lopen, terug richting Laos houtbouw. Een tuktukker komt al snel langs zij. "Where you go?". "Fucking terug naar Luang Nam Tha zodat ik die eikel van een Sai van het travelagency de huid vol kan schelden", denk ik. Ik probeer mijn frustratie weg te glimlachen maar het lukt niet helemaal. Een bitter " Luang Nam Tha" komt over mijn lippen. Hij noemt een hoge prijs in kip waar ik geen genoegen mee neem. Bovendien heb ik al mijn kip al omgewisseld in Yen waarvan ik de koers nog niet eens weet. Het wordt er niet beter op als ik bij de balie "immigration Laos" kom. Iedereen hoort vol begrip mijn verhaal aan maar uiteindelijk moet ik toch echt weer het volle pond betalen voor een nieuw visum Laos. $ 35 alstublieft. Even slikken en weer doorgaan. Gezellig terug in de tuk tuk met locals die hebben gehandeld met de Chinezen, wind door de haren, mooi berglandschapje. Nieuw reisplan maken straks. Eerst Sai toespreken. De stakker.

Liefs, Esther

woensdag 1 oktober 2008

Tuben en fietsen

1 oktober, Luang Nam Tha
Gisteren super relaxdag in de tube. Om negen uur verzamelen bij travelagent. Twee Japanners (Shizo en Juli) en een Amerikaan (Carter) plus de gids (Sai) gaan mee. In een tuktuk rijden we met de binnenbanden (tubes) naar rivier de Nam Tha verderop. Het heeft vannacht geregend dus er staat een leuke stroming. Ik stap als eerste op/in. Sai zegt dat het niet gevaarlijk is maar waarom moeten we dan wel een zwemvest aan? Een beetje onhandig (je kent me) maar wel lachend (met humor kom ik overal) plons ik in de zwemband. Oeps, hahaha, daar ga ik al. Whoehoe, lekker! Even later volgen de anderen ook. De race is begonnen. We dobberen over het bruine water langs de roodbruine en groene oevers. Je ruikt de aarde en klei. Het is mooi weer, felle zon soms waardoor het zwarte rubber van de tube heet aanvoelt. Langs de kade de traditionele hout met rotan huisjes op palen. Vrouwen wassen kleren in de rivier. Vierkante werpnetten worden uitgegooid om vis te vangen. Hier en daar zwemt een waterbuffel. Verder is het vrij stil op het water, geen gemotoriseerd vrkeer hier. Soms vallen we bijna in slaap al deinend in onze tube. Langzaam komen we verder en als er een "rapid" is versnellen we (door extra water uit bergstroompjes of door ondieptes na dieptes. Bijsturen regelmatig, peddelen met de hand, om niet in een bamboebosje of op de stenen te raken. We stoppen in een klein dorpje voor de lunch. "Sabaideeeee" zeggen de kindjes. Dikke eenden waggelen voor ons uit. Een klein meisje is bang voor mijn blanke huid, die toch al aardig gebruind is, kruipt tegen haar moeder aan. We lunchen bij een familie in huis die aangepast traditioneel Lao (maar dan op zijn westers) voor ons heeft gekookt. Sticky rice, bamboesoep, een groenteschotel en een pittige currypasta. dikke plakken komkommer en een tros minibanaantjes vers uit de boom. Trots kijkt de moeder des huizes toe hoe wij toehappen. lekker. Met een lichte hoofdbuiging en handen tegen elkaar bedanken we haar en nemen afscheid. We dobberen verder. Ik verbrand een beetje, toch nog. Een paar uur later terug naar Luang Nam Tha. Internet en ATM (pinautomaat) werken weer dus gretig gebruiken. Ik dineer en klets na met Carter (vis met ananas, laap van beef en munt).
(opmerkinkje tussendoor: helaas geen foto's van tuben want dan was mijn camera nu kapot :))

Vandaag weer een dagje actief. Fiets gehuurd (zadel moest flink omhoog, ik ben hier groot, hahaha) en richting zuiden gefietst. Eigenlijk niet zo veel bijzonders onderweg (na zes weken Azie valt alles wat anders is dan Holland niet zo meer op). Goede weg over plat stuk Laos omringd met bergen. Veel huisjes en kleine dorpjes langs de weg. Na een kilometer of zeven kopje Lao koffie bij Boatlanding Guesthouse waar kano's voor een raftingtrek te water worden gelaten. Vanmorgen naar de markt geweest voor ontbijt maar de noedels- en rijstgerechten spraken me niet aan en de vette zoete frituursels ook niet. verderop een soort bakkertje gevonden waar ik twee zoete broodjes kocht. Ik zie op de terugweg (van boatlandingguesthouse) langs de weg in een weiland een verlaten verloederd tempeltje. Even kijken dus. Door blubberpad tussen koeien door modder ik me een weg naar de ingang. De schilderingen op de buitenmuren zijn vervaagd door regen en zon. Overal groeit onkruid en het beton is groen uitgeslagen. Een hangslot houdt de deuren voor mij gesloten, helaas. In Nederland zou zo'n gebouwtje al lang zijn opgekocht en opgeknapt tot een artistiek woonhuis annex atelier of iets dergelijks. Hahaha. Terug in Luang Nam Tha knoop doorgehakt en een busticket naar China gekocht. Morgen ga ik echt. Nu nog even uitzoeken waar ik dan eigenlijk terecht kom. Spannend! Ik heb al van een aantal toeristen gehoord dat de Chinezen geen Engels spreken. Als dat maar goed gaat...
Liefs, Esther

Geen geld, geen internet

29 september, Luang Nam Tha
Een stoffige brede weg met wat winkeltjes, guesthouses en restaurants. En een paar reisbureaus waar je je kunt inschrijven voor een tocht in de jungle en naar de minorities villages ( die hier overigens in de meerderheid zijn). Vanmorgen aangekomen in Luang Nam Tha. Ook hier de kleine oude vrouwtjes met hun hoofddoeken en sarongs die met hun handwerk langs de toeristen gaan. Ik zit op het balkon van Zuela guesthouse dus bij mij komen ze nu even niet. Gelukkig, want mijn tas is al heel erg vol en ik heb al wel genoeg armbandjes met schelpjes nu. Ik heb me voor morgen ingeschreven voor tubing op de Nam Tha rivier. . In Oudomxai, een plaatsje 40 km hier vandaan, is een storm geweest waardor wegen geblokkeerd werden door puin en bomen en de elektriciteit deels niet werkt. Gevolg is dat in Luang Nam Tha internet niet werkt en ook de pinautomaat doet het niet. Ik hoop dat dit snel wordt opgelost zodat ik weer aan mijn log kan werken (en jou van je werk houden) en geld heb. Ik ben er intussen achter dat ik het visum voor China gewoon aan de grens kan regelen. Dat scheelt weer!
Liefs, Esther